Met circa 800 diagnoses per jaar komt baarmoederhalskanker relatief weinig voor. De overleving is de afgelopen decennia toegenomen, behalve bij vrouwen die 75 jaar of ouder waren op het moment van diagnose. Dat concludeert Hans Wenzel, die op 3 juni promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen.
In tegenstelling tot het relatief lage aantal diagnoses in Nederland, komt baarmoederhalskanker wereldwijd vaker voor en staat het op de vierde plek van meest voorkomende kankersoorten. Wordt de ziekte in een vroeg stadium ontdekt, en beperkt de tumor zich tot de baarmoederhals, baarmoeder of het bovenste gedeelte van de vagina, dan zijn de overlevingskansen het grootst.
Radicale hysterectomie, de belangrijkste behandeling bij diagnose in een vroeg stadium, kan laparoscopisch of met een openbuikoperatie worden uitgevoerd. Uit internationaal onderzoek blijkt dat de laparoscopische behandeling zorgt voor een slechtere overlevingskans. Wenzel keek naar NKR-data van vrouwen die in Nederland deze behandeling ondergingen. Hij zag dat het qua overleving en terugkeer van ziekte het niet uitmaakt hoe de ingreep wordt uitgevoerd.
Alle kerncijfers zijn – ter gelegenheid van de promotie van Wenzel – in het rapport ‘Baarmoederhalskanker in Nederland’ op een rij gezet. De pagina geeft een overzicht van de landelijke cijfers, maar laat ook de variatie tussen verschillende regio’s zien.
Bron: