Intensieve follow-up bij patiënten die zijn behandeld voor endometriumcarcinoom verbetert de totale overleving niet, zelfs niet bij hoogrisicopatiënten. Onderzoekers van de TOTEM-studie concluderen dan ook dat het niet nodig is om routinematig vaginale cytologie, bloed- of beeldvormend onderzoek toe te voegen aan de minimale follow-upregimes die in deze studie werden gebruikt.
Bij gebrek aan bewijs uit gerandomiseerde studies, varieert de intensiteit van follow-upregimes na chirurgische behandeling van endometriumcarcinoom in de klinische praktijk sterk. Om deze onzekerheid te verminderen, werd in de gerandomiseerde TOTEM-studie onderzocht of een intensief (INT) versus een minimalistisch (MIN) follow-upregime de totale overleving (OS) verbetert bij deze patiënten. De studie werd uitgevoerd in 42 ziekenhuizen in Italië en Frankrijk. Na stratificatie op centrum en recidiefrisico (laag of hoog), werden de deelnemers 1:1 gerandomiseerd naar de INT of MIN follow-upregimes. De studie was opgezet om een absolute verbetering van 5% van de 5-jaars OS met het INT-regime aan te kunnen tonen.
Tussen november 2008 en juli 2018 werden 1.871 patiënten gerandomiseerd van wie er 1.847 (98,7%) beschikbaar waren voor de uiteindelijke analyse (60% laag risico). Na een mediane follow-up van 69 maanden was de 5-jaars OS 90,6% in de INT-groep en 91,9% in de MIN-groep (HR 1,13; 95%-BI 0,86 tot 1,50; p = 0,380). Er werden geen verschillen in OS gevonden in subgroepanalyses voor leeftijd, kankerbehandeling, recidiefrisico en mate waarin het geplande follow-upregime werd gevolgd. De 5-jaars recidiefvrije overleving was 90,7% in de INT-groep en 93,7% in de MIN-groep (HR 1,17; 95%-BI 0,92 tot 148; p = 0,194).
Bron: