Met het Sport- en Leefstijlloket helpt Reade mensen die er een behandeltraject doorlopen, maar ook anderen met een beperking, om te komen tot blijvend bewegen en een gezonde leefstijl. Het loket werkt hiervoor samen met aanbieders in de regio die programma’s hebben die aansluiten bij de mogelijkheden en beperkingen die deze mensen hebben. Een gesprek met Manon Cornet, manager en Margriet van den Broek, consulent bij het Sport- en Leefstijlloket van Reade.
Reade is specialist in revalidatie en reumazorg in de regio Groot Amsterdam. “In de behandelprogramma’s die we voor beide bieden, werken we er hard aan mensen te trainen zodat ze vervolgens zelf, indien mogelijk, hun leven weer kunnen oppakken”, vertelt Cornet. “Van die training is sport een onderdeel, maar leefstijl in de brede zin van het woord hoort er ook bij. We voelen ons verantwoordelijk om deze mensen na de periode dat ze bij ons in behandeling zijn zo goed mogelijk toe te leiden naar sport. In de meeste gevallen betekent dit aangepast sporten, omdat gewoon sporten zoals ze dit voor het ongeval of de ziekte konden doen er door de opgelopen beperking niet meer in zit. Wij hebben de kennis van zaken om ze te helpen weer te gaan sporten op een niveau dat ze nog wel aankunnen. Om concreet invulling te geven aan de verantwoordelijkheid die we voelen om mensen hiermee te helpen – in de fase dus tussen het afronden van de behandeling en het weer oppakken van het dagelijkse leven – hebben we het Sport- en Leefstijlloket in het leven geroepen.”
Financiering
Het loket is in eerste instantie opgezet als onderdeel binnen Reade, maar Reade is een aantal jaar geleden gestopt met een eigen sportcentrum omdat de DBC-financiering niet bedoeld is voor sportfaciliteiten. “Omdat sporten een onderdeel van de revalidatie is en we niet willen dat revalidanten na de behandeling terugvallen maar in conditie blijven, is het sportloket opgezet”, vertelt Cornet. “Het is de bemiddelaar tussen de revalidatiefase en het weer zelf actief oppakken van sporten of bewegen. Dit maakt het mogelijk om iemand die uitstroomt uit de revalidatie of reumazorg nog door middel van 1 of 2 gesprekken te begeleiden en dit ook daaruit te financieren. Maar omdat we patiënten 1 jaar lang willen volgen met de sport- en leefstijlbegeleiding die we bieden, is dat niet toereikend. Bovendien wilden we deze ondersteuning ook graag kunnen aanbieden aan mensen die wel op consult komen bij onze reumatologen maar niet in behandeling worden genomen, en aan mensen van buitenaf die om wat voor reden dan ook op zoek zijn naar mogelijkheden voor aangepast sporten. Daarom werken we nu samen met sportloketten in de regio, die zowel voor volwassenen als voor kinderen en jeugd hierin activiteiten aanbieden. Het wordt gedeeltelijk gefinancierd door de gemeente Amsterdam.”
Manon Cornet, manager bij het Sport- en Leefstijlloket van Reade
Voor mensen van buitenaf die aangepast sporten nodig hebben, bestaat financiering vanuit de gemeente Amsterdam voor de begeleiding om hiervoor het juiste aanbod te vinden. “Het sporten betaalt iemand zelf”, zegt Van den Broek. “Maar als consultants helpen wij ook mensen met het aanvragen van een stadspas als het sporten financieel een probleem voor ze is. Voor mensen van 55-plus is er in Amsterdam ook de stadspas sportvergoeding 55-plus. Daarnaast biedt ‘Meer bewegen voor ouderen’ ook goedkopere sportmogelijkheden voor senioren. En mensen gebruiken de regeling tegemoetkoming meerkosten die bestaat voor mensen met een ziekte of een handicap. Die is niet specifiek bedoeld voor sport maar kan daar wel voor worden gebruikt. Welzijnsvoorzieningen zijn er ook. En als het nodig is, kan bij de gemeente een sportrolstoel of handbike worden aangevraagd.”
Meerwaarde
Natuurlijk kunnen mensen ook zelf op zoek gaan naar een voor hen geschikt aanbod, zegt Cornet. “Maar de meerwaarde van het Sport- en Leefstijlloket is dat ze daar worden begeleid door consulenten die over gerichte kennis beschikken om een passende vorm van bewegen voor hen te vinden. Meestal zo dicht mogelijk bij huis bovendien, om te voorkomen dat de reisafstand een hobbel wordt.”
Mensen die van buitenaf komen om gebruik te maken van het loket, kunnen worden verwezen door de huisarts of komen op eigen initiatief, bijvoorbeeld via de website. “De eerste stap is een intake”, vertelt Van den Broek. “De een weet al welke sport hij/zij wil, de ander heeft nog geen idee. Als het om reuma gaat, is bewegen in warm water voor veel mensen een logische vorm van sport. Maar mensen kunnen echt heel specifieke vragen hebben. Recent was er bijvoorbeeld iemand die laagdrempelig wilde bootcampen in het Amsterdamse Bos en bovendien overdag. Dan moet ik echt wel even zoeken. Dan volgt een tweede gesprek, bij Reade of via Teams. En dan neemt iemand een proefles. Ik adviseer altijd om een paar opties te proberen en daarna weer contact op te nemen. Eventueel zoeken we verder en uiteindelijk gaat iemand met de sport van keuze aan de slag. Soms vindt iemand het moeilijk om aan de slag te gaan of het vol te houden. Daarom is er gedurende het jaar begeleiding dat we bieden altijd ruimte voor 5 of 6 keer contact als iemand dat nodig heeft.”
Het is echt maatwerk, stelt ze. En dat geldt ook voor mensen die eerst onder behandeling zijn bij Reade. “Iemand kan bijvoorbeeld al begonnen zijn met fitness en daar na de revalidatie mee doorgaan”, zegt ze. “Maar dan na verloop van tijd toch behoefte hebben aan een nieuwe sport. Dan gaan we daar samen naar op zoek.” Waarbij het niet altijd om een sport hoeft te gaan, vult Cornet aan. “Het kan ook wandelen met een buddy zijn”, zegt ze.
Leefstijl
Hoewel het de naam Sport- en Leefstijlloket heeft, is het aspect leefstijl voor de mensen die van buitenaf komen nog in ontwikkeling. “Als het om mensen gaat die bij Reade in behandeling zijn, dan is er al wel gerichte aandacht voor leefstijl”, vertelt Van den Broek. “Bijvoorbeeld contact met de diëtist, en dat kan dan na beëindiging van de behandeling ook in de eerste lijn worden voortgezet. Maar ook bij mensen die van buitenaf komen, kunnen we kijken of begeleiding in de leefstijl nodig is. Als dit zo is, kunnen we bijvoorbeeld zorgen voor een verwijzing naar een GLI-traject. De meeste vragen op leefstijlgebied gaan over voeding. Maar het gaat ook weleens om slecht slapen bijvoorbeeld. Als daar andere problematiek achter ligt, kunnen we iemand ook verwijzen naar een wijkteam. We kijken altijd breder.”
Het is ook belangrijk erop te letten dat de belastbaarheid van de persoon goed blijft. “Het gaat niet om de sport alleen”, zegt Van den Broek. “De sportactiviteit moet ook in te passen zijn in het gezin en het werk.” Specifiek als het om kinderen gaat, is het belangrijk dat de consulent oog heeft voor de mogelijkheden van vervoer. “Er kan dus nogal eens wat uitzoekwerk bij komen kijken voordat een geschikt aanbod gevonden is”, zegt Cornet. “Gelukkig is er specifiek voor jongeren met een beperking OnlyFriends, daar werken we veel mee samen. Wat bij deze doelgroep trouwens ook kan meespelen is dat een van de ouders is gestopt met werken om voor het kind te zorgen. Dat heeft natuurlijk financiële consequenties, dus ook daarnaar wordt direct gekeken.”
Partners vinden
Het vinden van goede partners om mee samen te werken is zoeken, zegt Van den Broek. “Je leert al zoekend steeds weer nieuwe aanbieders kennen”, zegt ze, “zo groeit vanzelf je netwerk. Het is belangrijk dat zij bieden wat de mensen voor wie wij zoeken nodig hebben, en dat ze daarvoor ook open staan. Er zijn aanbieders die zich specifiek richten op mensen met een beperking. Maar ook aanbieders die dit niet doen, kunnen bereid zijn hun aanbod erop aan te passen. Soms is er gewoon geen mogelijkheid. Bijvoorbeeld als iemand wil zwemmen maar niet zelfstandig in water kan en een aanbieder geen begeleider beschikbaar kan stellen.”
Het is dus echt maatwerk, benadrukt Cornet. “Maar elke nieuwe zorgopdracht wordt toegevoegd aan onze database. Dat helpt de consulenten wel om mensen steeds beter te helpen. Als iemand al bij Reade in behandeling is of is geweest, weten de consulenten veelal wel welke mogelijkheden iemand heeft. Dan lukt het vaak om direct tot een goede match te komen. Voor de mensen die van buitenaf komen, geldt die voorkennis niet. Maar mensen weten doorgaans heel goed hun mogelijkheden en beperkingen onder woorden te brengen. Ook bij hen bereiken we dus vaak direct een goede match. En als dit niet het geval is, komen zij doorgaans snel genoeg zelf tot die conclusie en zoeken we samen verder.”
Motivatie
Het lukt de meesten goed om gemotiveerd te blijven, stelt Van den Broek. “Ze weten welke doelen ze willen bereiken. En zeker als ze net uit revalidatie komen, weten ze al dat ze meer energie en minder pijn hebben als ze bewegen. Maar voor alle mensen die van het aanbod gebruikmaken geldt dat ze na verloop van een aantal maanden merken welke voordelen ze ervaren, dat werkt natuurlijk ook motiverend. Wel zien we dan soms dat ze de rustmomenten gaan loslaten en te veel gaan doen. Dat zien we eigenlijk vaker dan de neiging om te stoppen. Neemt de motivatie om door te gaan toch af, dan zijn wij er als consulenten om hen zelf te laten benoemen welke doelen ze hadden en ze te ondersteunen.”
De basis hiervoor is motiverende gesprekstraining. “Daarin zijn de consulenten geschoold”, zegt Cornet. “Maar de simpele waarheid is natuurlijk wel dat we mensen na 1 jaar begeleiding loslaten. Revalidatie gaat immers ook over loslaten en weer zelfstandig worden.”
Reacties
Reade werkt niet met vragenlijsten. Wel krijgt het vaak positieve reacties op het aanbod van het Sport- en Leefstijlloket. Niet alleen over de ondersteuningsactiviteiten zelf, maar ook over de mogelijkheid die het loket biedt om tot passende vormen van aanbod te komen die zij zelf niet kunnen vinden. “Met vragenlijsten zijn we bewust heel terughoudend”, zegt Cornet. “Mensen zijn een beetje vragenlijstmoe. De respons is vaak ook heel laag.”