Uit een prospectieve observationele multicenterstudie blijkt de prognostische waarde van een gepersonaliseerde genetische MRD-bepaling voor de recidiefvrije (RFS) en totale overleving (OS) van MDS-patiënten na hematopoëtische stamceltransplantatie.
Hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) is de enige potentieel curatieve behandeling voor patiënten met myelodysplastische syndromen (MDS). 25-50% van de patiënten ontwikkelt echter een recidief. De uitkomsten van eerdere studies suggereren dat preventieve behandeling bij patiënten met meetbare restziekte (MRD) een klinisch recidief kan voorkomen, hoewel bewijs uit gecontroleerde onderzoeken schaars is. Deze prospectieve studie was gericht op het beoordelen van de haalbaarheid van het detecteren van MRD op basis van patiëntspecifieke mutaties (bepaald met next-generation sequencing en droplet digital PCR) in seriële beenmerg- en bloedmonsters bij MDS-patiënten na HSCT. Ook werd gekeken naar de impact hiervan op RFS en OS.
Van de 266 geïncludeerde patiënten waren de geschatte RFS en OS 3 jaar na HSCT respectievelijk 59% en 64%. Van 221 patiënten waren MRD-resultaten beschikbaar. Bij 42/44 recidieven met volledige MRD-gegevens werd het recidief voorafgegaan door positieve beenmerg-MRD, mediaan 71 (23-283) dagen. Van de 137 patiënten in continue complete remissie waren er 93 consistent MRD-, terwijl er 44 bij 1 of meerdere bepalingen MRD+ waren. De geschatte 1 jaars-RFS na de eerste positieve MRD was 49%, 39% en 30%, bij afkapwaarden van respectievelijk 0,1%, 0,3% en 0,5%. In een multivariaat Cox-model waren MRD (HR 7,99), WHO-subgroep AML (HR 4,87), TP53 multi-hit (HR 2,38), NRAS (HR 3,55) en acute GVHD graad III-IV (HR 4,13) geassocieerd met een kortere RFS. MRD+ was ook onafhankelijk geassocieerd met een kortere OS (HR 2,65).
Bron: