In de gerandomiseerde fase II-studie PAPAGEMO werden de effectiviteit en veiligheid onderzocht van het toevoegen van gemcitabine aan pazopanib bij patiënten met een anthracycline- en/of ifosfamide-refractair wekedelensarcoom. De onderzoekers concluderen dat de combinatie klinische activiteit heeft en dat deze verder moet worden onderzocht in een fase III-studie.
Het onderzoek werd uitgevoerd in Duitsland van september 2011 tot juli 2014 bij patiënten met een ECOG performance status 0-2 en progressie na ten minste één eerdere behandeling met anthracyclines en/of ifosfamide. In totaal werden 90 patiënten gerandomiseerd naar pazopanib met of zonder gemcitabine; van 86 van hen (43 vrouwen (50%)) konden de gegevens worden beoordeeld. Zij hadden een mediane leeftijd van 57 (22-84) jaar en 77 deelnemers (90%) hadden een ECOG performance status van 0/1. De overheersende histologische subtypes waren leiomyosarcoom (22; 26%) en liposarcoom (16; 19%). Na een mediane follow-up van 12,4 (1-48) maanden werd het primaire eindpunt bereikt en was de PFS na 12 weken 74% met pazopanib plus gemcitabine versus 47% met pazopanib zonder gemcitabine (HR 1,60; 90%-BI 1,15-2,23; p = 0,01). In de combinatiegroep was de PFS significant langer, met een mediaan van 5,6 versus 2,0 maanden (HR 0,58; 95%-BI 0,36-0,92; p = 0,02) met pazopanib-monotherapie, terwijl de totale overleving vergelijkbaar was, met 13,1 versus 11,2 maanden (HR 0,98; 95%-BI 0,60-1,58; p = 0,83). Het objectieve responspercentage was over het algemeen laag; 11% versus 5% (p = 0,10). De toxiciteit van de combinatie was verhoogd, maar hanteerbaar en voornamelijk hematologisch van aard.
Bron: