Tijdens het laatste levensjaar worden patiënten met gevorderde kanker zich in toenemende mate bewust van hun beperkte prognose. Dat concluderen Nederlandse onderzoekers in Palliative Medicine. Zij benadrukken dat artsen zich hiervan bewust moeten zijn, omdat dit patiënten mogelijk ontvankelijker maakt voor gesprekken over het levenseinde.
Veel patiënten met gevorderde kanker zijn zich niet bewust van hun beperkte prognose, en er is nog weinig bekend over hoe dit verandert tijdens het laatste levensjaar. Het doel van de eQuiPe-studie was dan ook om veranderingen in de perceptie van de prognose bij patiënten met gevorderde kanker te onderzoeken, evenals factoren die daarmee geassocieerd zijn. Deelnemers aan deze prospectieve, longitudinale, observationele multicenterstudie vulden op baseline en vervolgens elke 3 maanden vragenlijsten in tot aan hun overlijden. De gegevens van 801 patiënten konden worden meegenomen in de analyse. De gemiddelde leeftijd bij overlijden was 67 jaar en 50% was vrouw. De perceptie van de prognose veranderde in het laatste levensjaar, met een toename van het percentage patiënten dat zich bewust is van hun beperkte prognose (van 15% naar 40%). Vooral in de laatste 6 maanden van het leven waren de meeste veranderingen in de richting van een meer realistische perceptie van de prognose. Patiënten die hun prognose niet wilden weten, bleven relatief stabiel in hun wens om het niet te weten (14-18%). Een kortere tijd tot overlijden was geassocieerd met een toegenomen perceptie van prognose < 1 jaar en een afgenomen perceptie van prognose > 1 jaar of het niet weten van de prognose. Tijd tot overlijden was echter niet geassocieerd met het niet willen weten van de prognose.
Bron: