Totaal metabool tumorvolume op baseline en metabole respons na 1 maand zijn sterke voorspellers voor de uitkomst van patiënten met recidief/refractair grootcellig B-cellymfoom die worden behandeld met CAR-T-cellen.
Het doel van deze studie was om de prognostische waarde te beoordelen van de FDG-PET-respons 1 maand (M1) en 3 maanden (M3) na behandeling met anti-CD19 CAR-T-cellen. In totaal konden 119 van 160 patiënten (75%) met een recidief/refractair grootcellig B-cellymfoom (R/R LBCL) na 1 maand worden beoordeeld: 53% had een complete metabole respons (CMR); 91% had een Deauville-score (DS) 1-3. Zowel de progressievrije overleving (PFS) als de totale overleving (OS) was significant slechter bij patiënten met DS-5 op M1, dan bij patiënten met DS 1-3 (PFS: HR 6,37; 95%-BI 3,5-11,5 en OS: HR 3,79; 95%-BI 1,7-8,5) en DS-4 (PFS: HR 11,99; 95%-BI 5,0-28,9 en OS: HR 12,49; 95%-BI 2,8-55,8). De 1-jaars PFS-percentages waren 78,9% (95%-BI 58,9-89,9) voor DS-4 op M1, vergelijkbaar met 67,3% (95%-BI 51,8-78,8) voor patiënten met DS 1-3 op M1 en zeer verschillend met de 8,6% (95%-BI 1,8-22,4) voor patiënten met DS-5. Slechts 8 van 30 patiënten (26%) met DS-4 vertoonden progressie.
Respons op M3, beoordeeld bij 90 patiënten (57%), was voorspellend voor de PFS, hoewel in mindere mate (HR 3,28; 95%-BI 1,5-7,0; p = 0,003), maar niet voor de OS (HR 0,61; 95%-BI 0,2-2,3; p = 0,45). Patiënten met een hoog totaal metabool tumorvolume (TMTV > 80 ml) op baseline hadden een slechtere PFS (HR 2,05; 95%-BI 1,2-3,5; p = 0,009) en OS (HR 4,52; 95%-BI 2,5-8,1; p < 0,001) dan patiënten met een laag TMTV.