Geert van den Brink (opleidingscoördinator van de masteropleiding Physician Assistant aan de Hogeschool Arnhem en Nijmegen) promoveerde recent op onderzoek naar de inzet van de physician assistant (PA) en verpleegkundig specialist (VS) in de Nederlandse gezondheidszorg. Beide functies zijn niet meer weg te denken, concludeert hij. En ze spelen zelf een belangrijke rol om hun positie nog verder te versterken.
Van den Brink stond aan de wieg van de opleiding tot PA. “Toen, 23 jaar geleden, nog een niet bestaand beroep in ons land”, vertelt hij. “De VS bestond al wel, maar heette toen nog nurse practitioner. Vanuit het ministerie van VWS kwam er het platform PA en VS om tot een vergoedingssysteem voor deze functies te komen. Mijn voorzitterschap daarvan bood mij een goede basis om onderzoek te doen naar hoe beide functies zich ontwikkelden. En dat onderzoek leidde uiteindelijk tot een proefschrift omdat ik mijn kennis wilde doorgeven.”
Hij richtte zijn onderzoek op de PA én de VS. Zijn de functies voldoende vergelijkbaar om deze combinatie te rechtvaardigen? “Er zijn veel meer overeenkomsten dan verschillen”, vertelt hij. “Kijk je naar de vraagstukken die nu in de zorg leven – beschikbaarheid medisch specialisten, huisartsen en specialisten ouderenzorg, toegenomen behandelmogelijkheden, toegenomen mondigheid van patiënten – dan spelen beide groepen een enorme rol in de toegankelijkheid en kwaliteit van de zorg. Ze hebben ook allebei een duale masteropleiding binnen het hoger onderwijs gevolgd. Maar ze kunnen uiteraard niet op één hoop worden gegooid. In de praktijk is de PA meer medisch gericht en de VS naast medisch ook verpleegkundig. De VS heeft een verpleegkundige achtergrond. Bij de PA is dit voor 50% van hen het geval, maar de rest heeft een ander paramedisch beroep als achtergrond. Verder is over de VS al meer onderzoek gedaan, dus dat hoefde ik niet te herhalen. Daarom bevat mijn proefschrift 2 artikelen specifiek over de PA en 2 over de combinatie PA en VS.”
Groei verwacht
Het aandeel PA en VS is nu in verhouding tot het aantal medisch specialisten nog beperkt in de Nederlandse ziekenhuissituatie. “Ik zie dat wel veranderen”, zegt Van den Brink. “Hun aantal zal toenemen. Ze leveren kwalitatief goed werk, de patiëntuitkomst is niet minder dan wanneer het werk door de artsen wordt gedaan en in veel gevallen beter. Het is bovendien niet duurder en het lijkt een positief effect te hebben op de arbeidssatisfactie van degenen met wie ze samenwerken. In het kader van de duurzame inzetbaarheid van zorgpersoneel een belangrijk punt.”
De PA en VS nemen de artsen veel doe- en regeltaken uit handen. “Ook voor hen is de werkdruk hoog en is dit dus een belangrijk aspect van de inzet van deze 2 groepen”, zegt Van den Brink. “Het geeft de artsen meer tijd voor de complexe patiënten.”
Toegevoegde waarde
Van den Brink vindt het moeilijk aan te geven waar in de zorg de grootste toegevoegde waarde van de PA en VS ligt. “Vanuit de ziekenhuizen bestaat een grote behoefte aan PA’s”, zegt Van den Brink. “Dit heeft te maken met het feit dat veel ziekenhuizen geen anios meer kunnen aantrekken. Dan komen de diensten niet meer rond en moeten de artsen zelf weer voordiensten gaan draaien, waardoor de productie in de knel komt. Ook de VS’en vinden veel werk in ziekenhuizen. Maar daarmee is het ziekenhuis zeker niet de enige plek waar beide groepen van meerwaarde kunnen zijn. Kijk naar de huisartsenzorg nu veel mensen geen eigen huisarts meer hebben. Ook daar kunnen ze een rol spelen. In de ouderenzorg eveneens, net zo goed als in de acute zorg. In de ggz kan de VS als regiebehandelaar worden ingezet, en is de PA trouwens op basis van diens algemene medische kennis ook inzetbaar. Onontgonnen gebied is nog de bedrijfsgeneeskunde. Door het grote tekort aan bedrijfsartsen zien we nu de eerste initiatieven voor inzet van de PA en VS. Op de consultatiebureaus sporadisch ook al. Maar beide professionals zijn het best op hun plek waar ze zich het prettigst voelen.”
De zorgaanbieders zien de waarde van de PA en VS nog niet in alle gevallen ten volle. “Betere kwaliteit, kostenefficiency en duurzame inzet bereik je alleen bij de juiste inzet van de PA of VS”, zegt Van den Brink. “Daar moet dus goed over worden nagedacht. Is het werk te simpel, dan kan het net zo goed door een doktersassistent worden gedaan. Is het te complex, dan hoort het bij de arts. Daarnaast zie je ook wel dat ze worden ingezet voor managementtaken. Je kunt je afvragen of dat het juiste niveau is.”
Profileren
Of beide beroepsgroepen hun eigen kracht volledig benutten heeft hij niet onderzocht. “Mijn ervaring is wel dat ze allebei bijzonder goed werk doen”, zegt hij. “Hun beroepsverenigingen NAPA en V&VN VS hebben de beroepen ook goed op de kaart gezet, maar de PA’s en VS’en moeten zichzelf wel profileren in hun rollen. Het is ook een taak van de opleidingen om hen daarin mee te nemen. Beide beroepen zijn nog niet overal voldoende bekend. Als een huisartsenpraktijk met een eerste PA of VS gaat werken, heeft de huisarts echt wel wat uit te leggen aan het team en de patiënten. En in het ziekenhuis moet ook aan de raad van bestuur en de HR-afdeling nog wel eens worden uitgelegd wat de meerwaarde van beide beroepen is. De PA’s en VS’en moeten zichzelf niet gaan overschreeuwen, maar ze moeten wel een reële positie claimen. Onderzoek doen speelt daar een rol in. Maar ook op instellingsniveau aangeven wat ze wel en niet kunnen. Bij de VS’en zie je bijvoorbeeld dat ze zich verenigen in adviesgroepen, een mooi initiatief waar veel uit kan komen. Verder kunnen zowel de PA’s als de VS’en als groep als ‘peers’ fungeren voor de studenten. En ze kunnen veel meer een voorbeeld zijn voor de verpleegkundige beroepsgroep. Het is een aantrekkelijk carrièrepad als je ambitie hebt.”
Groeiende vraag
Er is geen gebrek aan belangstelling voor beide opleidingen. “Er zijn voor allebei veel meer aanmeldingen dan er plaats is”, zegt Van den Brink. “Wel zijn het dure opleidingen, dus de overheid kijkt terecht of dat geld doelmatig wordt besteed. In de werkgroep van het Capaciteitsorgaan waarin ik zitting heb, zien we de laatste anderhalf jaar een groeiende vraag ontstaan naar PA’s en VS’en. Ik verwacht wel dat na de huidige beleidsperiode – die loopt tot 2026 – een advies tot capaciteitsuitbreiding zal worden gegeven. Beide beroepen zijn niet meer weg te denken. In de meeste instellingen zie je inmiddels PA’s en VS’en. Veel patiënten krijgen ermee te maken. De weerstand die er in aanvang nog wel was bij artsen is ook verdwenen. Recent was ik in Düsseldorf, waar de master PA nu net wordt geïntroduceerd. Daar zie je nu wat 10 tot 15 jaar geleden hier gebeurde.”
Bron:
Geert van den Brink promoveerde op 1 november 2023 aan de Radboud Universiteit Nijmgen op het proefschrift ‘The phycisian assistants and nurse practitioners in the Netherlands: a solution for healthcare’. Op www.geertvandenbrink.nl is het proefschrift te downloaden.