Omdat de etiologie van huidkanker heel divers is, bestaan hierover uiteenlopende visies. Om tot gemeenschappelijke standpunten en actiepunten te komen, is een paar jaar geleden het Zonkrachtactieplan in het leven geroepen. Sinds 1 januari heet dit het Zonkrachtactieplatform (ZAP). De kracht van dit platform is volgens de voorzitter dr. Arjan van Dijk van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat het een consortium is van diverse betrokken partijen.
Toen zo’n 4 jaar geleden aan meerdere partijen, waaronder ministeries, kennisinstituten, patiëntenorganisaties, universitaire medische centra, fondsen en brancheorganisaties, werd gevraagd hoe je verstandig met de zon moet omgaan, kwamen daar uiteenlopende visies uit naar voren. “De conclusie was: ze weten het niet en spreken kennelijk nooit met elkaar”, herinnert Van Dijk zich. “Die constatering was terecht, en een goede les. Het ministerie van VWS zei toen: ‘Dan weet ook heel Nederland niet wat ze moeten doen.’ Daarom was de vraag aan het RIVM om alle partijen bij elkaar te brengen, zodat er eenduidige adviezen worden gegeven om ons tegen de zonkracht te beschermen. Dat was de opzet voor het Zonkrachtactieplan.”
Van plan naar platform
De doelstelling van het Zonkrachtactieplan is tweeledig. Ten eerste het verenigen van de kennis over de gezondheidsaspecten van uv-straling en het achterhalen van de wetenschappelijke basis daarvan. “Dat is het vastleggen van het verleden”, aldus Van Dijk. “Voor het heden moeten we een platform hebben, waarbij we nieuwe kennis kunnen uitwisselen en bespreken. De partijen op het gebied van uv-straling en gezondheid gaan niet in competitie, maar constateren gezamenlijk waar de problemen zitten. Dat is een mooi voorsorteersysteem voor toekomstige onderzoeksprojecten. Helaas is er nog weinig financiering voor het Zonkrachtactieplatform.”
Het ZAP stemt ook de communicatie af: “Op afgesproken momenten in het jaar trekken we gezamenlijk op, met een gecoördineerd communicatieplan”, aldus Van Dijk. “Zo kun je een vuist maken. Als ook de adviezen op elkaar zijn afgestemd, dan is veel duidelijker wat je moet doen.”
In het ZAP nemen nu alleen non-profit partijen deel. “Ze delen het belang dat er mensenlevens gered moeten worden”, volgens Van Dijk de reden van deze opzet. “Dat motiveert ons allemaal, ook al kunnen we verschillende inzichten hebben in het hoe en waarom. We gaan uiteindelijk voor het bewijs in de wetenschappelijke literatuur.”
Stuurgroep Huidkankerzorg en vertaalde richtlijn
Naast het ZAP bestaat er een tweede platform: de Stuurgroep Huidkankerzorg Nederland. Terwijl het ZAP over alle gezondheidsaspecten van uv-straling gaat, richt de genoemde stuurgroep zich alleen op huidkanker. “Wij nemen ook vitamine D-vorming en de effecten op de ogen in beschouwing”, zegt Van Dijk over het ZAP. “Een ander verschil is dat het ZAP vanuit VWS is geïnitieerd en alleen gaat over de kennisbasis en over de afstemming van de communicatie, terwijl de stuurgroep meer de diepte in gaat, in de primaire, secundaire, tertiaire en quaternaire preventie. De stuurgroep is onafhankelijk van de overheid en kan dus lobbyen bij politieke zaken. Met het platform kan ik dat niet echt. Er zijn wel meerdere partijen bij beide platforms aangesloten. We hebben elkaar dus nodig.”
In september 2021 is in Duitsland een herziening verschenen van een vuistdikke multidisciplinaire richtlijn over huidkanker. De hoofdstukken gaan onder andere over primaire preventie, klimaatverandering, uv-licht op de werkvloer en screeningscampagnes. “We hebben die richtlijn integraal vertaald”, laat Van Dijk weten. “De vertaling ligt in Duitsland ter goedkeuring. We gaan de richtlijn in Nederland amenderen door te kijken of de situaties en adviezen hier hetzelfde of anders (moeten) zijn dan in Duitsland.”
Hoge uv-blootstelling in de lente
Op 21 juni staat de zon in Nederland op het hoogste punt. Dit betekent dat de zon eind augustus net zo hoog staat als eind april. Veel mensen denken echter dat je alleen in de zomer moet oppassen met blootstelling aan zonlicht, en dat het in het voor- en najaar wel meevalt. “Dat is niet terecht”, benadrukt Van Dijk. “Vanaf eind maart moet je alert zijn, en dan de hele lente en zomer. In de lente ontstaan er boven de Noordpool soms ozongaatjes en die kunnen onze kant op waaien, ze geven een staalblauwe lucht. Die combinatie maakt dat in de lente de zon – bij dezelfde stand – af en toe zelfs gevaarlijker is dan in de zomer.”
Omdat het in de lente niet zo warm is, denken veel mensen dat de zon dan niet zo gevaarlijk is. “Zonkracht heeft niks met temperatuur te maken”, laat Van Dijk weten. “Door het ZAP weten alle belanghebbende partijen dit en communiceren we met één mond.”