Endoscopische pneumodilatatie (PD) en laparoscopische Heller-myotomie (LHM) zijn even effectief voor de behandeling van achalasie en geven beiden weinig risico op gastro-oesofageale reflux, zelfs na 10 jaar follow-up. Beide behandelingen kunnen dus geadviseerd worden als initiële behandeling voor achalasie, concluderen Boeckxstaens et al. in Gut.
Omdat achalasie een chronische aandoening is, is het belangrijk om de effectiviteit van behandelingen ook op langere termijn te evalueren. Onderzoekers van de European Achalasia Trial vergeleken daarom PD en LHM gedurende 10 jaar follow-up. Daarvoor randomiseerden ze 201 patiënten nieuw gediagnosticeerd met achalasie naar een serie van PD’s (n = 96) of naar LHM (n = 105). De deelnemers vulden vragenlijsten in over symptomen (Eckardt-score) en kwaliteit van leven en ondergingen functionele tests en endoscopie van het bovenste deel van het maag-darmkanaal.
Na 10 jaar follow-up zaten nog 36 patiënten uit de PD-groep en 40 uit de LHM-groep in de studie. Een succesvolle behandeling was gedefinieerd als een Eckardt score < 3 tijdens het jaarlijkse meetmoment. Op basis van deze definitie waren beide behandelingen na 10 jaar even effectief (74 versus 74%, p = 0,84). Uit subgroepanalyses voor het type achalasie bleek dat PD superieur was aan LHM onder patiënten met type 2 achalasie (p = 0,03). Daarentegen leek LHM effectiever dan PD voor type 3 achalasie, maar dat verschil was niet statistisch significant (p = 0,05).
Verder was de hoogte van de bariumkolom gemeten na 5 minuten tijdens een ‘timed bariumoesofagram’ significant hoger bij patiënten behandeld met PD, dan met LHM. Andere parameters, zoals gastro-oesofageale reflux, waren niet verschillend.
Bron: