Resultaten van een subgroep van de Park-in-Shape-studie suggereren dat aerobe training de progressie van de ziekte van Parkinson in het corticostriatale sensorimotorische netwerk stabiliseert en de cognitieve prestaties verbetert.
Een toenemend aantal studies, waaronder de Park-in-Shape-trial, laat zien dat fysieke training motorische symptomen van de ziekte van Parkinson kan verbeteren of de progressie ervan kan vertragen. De neurale mechanismen die hieraan ten grondslag liggen zijn echter nog grotendeels onbekend. In een subgroep deelnemers van de Park-in-Shape-trial werd nu onderzocht hoe aerobe training parkinsongerelateerde functionele en structurele veranderingen in het corticostriatale sensorimotorische netwerk beïnvloedt. Daarnaast werd het effect van de training op de weefselintegriteit van de substantia nigra en op gedrags- en cerebrale markers voor cognitieve controle onderzocht.
Park-in-Shape was een dubbelblinde, gerandomiseerde, gecontroleerde studie waarin 130 patiënten met de ziekte van Parkinson werden gerandomiseerd naar aerobe training op een hometrainer of de controlegroep die stretchoefeningen deed (3x per week gedurende 6 maanden). Een niet-geselecteerde subgroep (training n = 25; controle n = 31) onderging resting-state functionele en structurele MRI-scans en een oculomotorische cognitieve controletaak (pro- en antisaccades), op baseline en na 6 maanden.
Aerobe training, maar niet de controle-oefeningen, leidde tot een verhoogde functionele connectiviteit tussen het anterior putamen en de sensorimotorische cortex, ten opzichte van het posterior putamen. Ook was in de trainingsgroep de verandering (afname) in hersenvolume kleiner. Gedragsmatig verbeterde aerobe training de cognitieve controle. Daarnaast was in de experimentele groep de functionele connectiviteit in het rechter frontoparietale netwerk verhoogd; deze verhoogde connectiviteit was tevens gecorreleerd aan een verbeterde fitness (delta VO2max).
Bron: