In deze Europese studie werden risicofactoren geïdentificeerd voor een Staphylococcus aureus-infectie van een heup- of knieprothese. Op basis hiervan werden risicomodellen ontwikkeld waarmee hoogrisicopatiënten kunnen worden geïdentificeerd die in aanmerking komen voor preventieve interventies of intensievere follow-up na de operatie.
De onderzoekers voerden een case-controlstudie uit bij patiënten die tussen 2014 en 2016 een primaire heup- en knieartroplastiek ondergingen in 19 ziekenhuizen in 6 Europese landen (Spanje, Italië, Frankrijk, Duitsland, VK en Nederland). Er werden 2 multivariabele modellen ontwikkeld, 1 voor de preoperatieve en 1 voor perioperatieve variabelen. Ook werden voorspellende scores ontwikkeld en gevalideerd in een extern cohort.
In totaal werden 130 patiënten en 386 controles geïncludeerd. De variabelen die onafhankelijk waren geassocieerd met S. aureus-infectie van de prothese in de preoperatieve periode waren: BMI > 30 kg/m2 (gecorrigeerde OR 3,0; 95%-BI 1,9-4,8), opgenomen in een instelling voor langdurige zorg (2,8; 1,05-7,5), fractuur als reden voor artroplastiek (2,7; 1,4-5,03), huidaandoeningen (2,5; 0,9-7,04), eerdere operatie aan het indexgewricht (2,4; 1,3-4,4), mannelijk geslacht (1,9; 1,2-2,9) en American Society of Anesthesiologists indexscore 3 tot 4 (1,8; 1,2-2,9). De ‘area under the receiver operating characteristic curve’ was 0,73 (95%-BI 0,68-0,78).
In het perioperatieve model werden daar de volgende risicofactoren aan toegevoegd: chirurgische antibioticaprofylaxe buiten de periode van 60 minuten vóór incisie (5,9; 2,1-16,2), wonddrainage gedurende > 72 uur na artroplastiek (4,5; 1,9-19,4) en gebruik van metaal versus keramiek (1,9; 1,1-3,3). De ‘area under the receiver operating characteristic curve’ was 0,78 (95%-BI 0,72-0,83). De ontwikkelde voorspellende scores werden gevalideerd in het externe cohort.
Bron: