Dr. Elien Mahler is reumatoloog-epidemioloog en opleider in de Sint Maartenskliniek in Nijmegen. Zij beantwoordt een viertal vragen over haar werk.
Welk onderzoek heeft grote invloed gehad op je werk?
Ik startte als ANIOS in de tijd dat TNF-α-blokkers in de praktijk beschikbaar kwamen. Dat heeft veel verandering gebracht in het leven van de patiënten en ook in het vakgebied en dagelijks werk van ons als reumatologen. Maar feitelijk heeft mijn hele studie biomedische wetenschappen, met de afstudeerrichting epidemiologie, grote invloed gehad. Ik heb geleerd dat precisie en validiteit van onderzoek enorm belangrijk zijn. Goed onderzoek begint bij een goede opzet en zorgvuldige uitvoering, met daarna nauwgezette interpretatie van de resultaten. Tijdens mijn promotieonderzoek heeft dat ook de interesse voor klinimetrie aangewakkerd. Ik ben nog steeds gecharmeerd van gremia die goed onderzoek en de inzet van juiste uitkomstmaten stimuleren, zoals COSMIN (COnsensus-based Standards for the selection of health Measurement INstruments), OMERACT (Outcome Measures in Rheumatoid Arthritis Clinical Trials) en het equatornetwerk waar je heel makkelijk de richtlijnen voor de diverse studieopzetten kunt vinden en waar ook fijne checklisten staan. En uiteraard mag al het werk met enorme impact van J.P.A. Ioannidis hier niet ontbreken. Hij streeft naar meer betrouwbare en bruikbare onderzoeksresultaten, met veel aandacht voor zaken als reproduceerbaarheid, valspositieve resultaten en validatie van uitkomsten.
Welke vragen over je vakgebied zou je zelf met wetenschappelijk onderzoek nog willen beantwoorden?
Dat gaat over de waarde van uitkomstmaten in de klinische praktijk. We streven bijvoorbeeld bij patiënten met axiale spondyloartritis naar een ziekteactiviteit met een ASDAS < 2,1 volgens internationale ASAS/EULAR-aanbevelingen die onlangs zijn geüpdatet. Maar in de praktijk blijkt dat een groot deel van de patiënten hierboven zit, terwijl de therapie bij een groot deel van hen niet wordt aangepast. Ik vind het interessant te achterhalen wat hierachter zit. Hoe komt het dat reumatologen en patiënten dat soms lijken te accepteren? Welke rol speelt de context van de patiënt hierin? Wat is de rol van tijd, natuurlijke fluctuatie tussen hoge en lage ziekteactiviteit, reeds ontwikkelde schade, etc. Een optimale maat en afkappunt voorkomt over- en onderbehandeling. Hetzelfde geldt voor de diverse manifestaties van arthritis psoriatica: we willen deze zo goed mogelijk behandelen, maar welke klinisch toepasbare maat kun je daarvoor het beste gebruiken? Ook hierbij wil je zo weinig mogelijk mensen over- en onderbehandelen, en streven naar een goede kwaliteit van leven, ook op langere termijn.
Wat zie je als het hoogtepunt van je carrière?
Vanuit mijn achtergrond van biomedische wetenschappen en geneeskunde wilde ik heel graag promotieonderzoek doen waarbij ik ook de epidemiologieregistratie naar een PhD kon inzetten. De combinatie van klinische praktijk met wetenschap, waarbij deze gebieden elkaar blijven inspireren, werkt voor mij het best.
Wat geeft je in het dagelijks werk een goed gevoel?
Ik houd van afwisseling en ontwikkeling in het werk. Ik vind het prettig als ik het gevoel heb dat ik zinvol bezig ben geweest, bijvoorbeeld met instellen van beleid dat is ingepast in de context van de patiënt. Maar ik wil ook van de AIOS graag de persoonlijke context meenemen in hun ontwikkeling. Het opleiderschap maakt mijn werk nog diverser en uitdagender.