Na jarenlange wereldwijde toename van astmaprevalentie, lijkt deze in de laatste paar jaar af te vlakken volgens sommige bronnen.1,2 Toegenomen inzichten in de pathofysiologie met effectieve behandelopties, goede voorlichting en (uniforme) internationale richtlijnen maken vroege astmadiagnostiek en betere ziektecontrole mogelijk met behoud van longfunctie, activiteit en kwaliteit van leven.
Beeld: VisualProduction / stock.adobe.com
Ondanks deze positieve ontwikkelingen, bestaan er anderzijds aanzienlijke regionale verschillen in astmazorg en ziektecontrole. Naast herediteit, zijn deze verschillen onder meer te verklaren door omgevingsfactoren en invloeden (bijvoorbeeld luchtverontreiniging, blootstellingen aan virussen, allergenen en andere (al dan niet beroepsgerelateerde) irriterende stoffen), maar ook door lokale gewoontes (levenswijze, dieet) en endogene factoren (microbioom, obesitas, zittend beroep/weinig beweging, stress, roken, vapen, etc.). Daarnaast spelen ook (individuele) socio-economische factoren, zoals beschikbare en (financieel) toegankelijke gezondheidszorg en behandelopties, een cruciale rol bij adequate diagnostiek en behandeling van astma.1