Gedifferentieerde zorgverlening (differentiated service delivery, DSD) voor de hiv-zorg is in potentie duurzaam en geeft een aanzienlijke kostenreductie, terwijl de kwaliteit van leven en de zorgkwaliteit vergelijkbaar zijn met de standaard zorgverlening. Dit vond Nwanneka Okere tijdens haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam.
De WHO adviseert om direct na de diagnose hiv een antiretrovirale behandeling (ART) te starten. Om de implementatie hiervan te faciliteren, werden de volgende doelen gesteld: dat de wereldwijde aids-epidemie in 2030 is beëindigd, dat 95% van de hiv-positieve mensen hun status kent en 95% van hen ART krijgt en dat van degenen die ART gebruiken 95% viraal onderdrukt wordt.
Om deze wereldwijde doelen te bereiken, lijkt een veelbelovende strategie om de hiv-zorgverlening te differentiëren op basis van de status en voorkeuren van patiënten, waarbij wordt rekening gehouden met de beperkingen van het gezondheidssysteem. Dit geldt vooral voor lage- en middeninkomenslanden. Hiervoor moet een gedifferentieerde zorgverlening (DSD) wel succesvol worden geïmplementeerd. Daarom is onderzoek gewenst naar de duurzaamheid en de invloed op patiënten.
Om de duurzaamheid van DSD in kaart te brengen, evalueerde Okere de multidisciplinaire implementatie. De duurzaamheid van verschillende benaderingen voor DSD en de barrières waarmee patiënten worden geconfronteerd tijdens hun route door het gezondheidssysteem werden ook onderzocht.
Bron:
Okere NE. Differentiated service delivery in HIV care and treatment. An exploration of sustainability and impact from patients and providers perspective. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 3 maart 2022.