In haar proefschrift beschrijft arts-onderzoeker Lianne de Haan de verschillende effecten van galzuren op leverregeneratie na een partiële hepatectomie. Ze verdedigde haar proefschrift op 14 september aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.
Bij een perihilair cholangiocarcinoom is partiële leverresectie de enige curatieve behandeling. De tumorgeïnduceerde cholestase die daarbij ontstaat, leidt tot verminderde regeneratieve capaciteit van de lever en dus tot een slechte prognose.
De Haan bekeek de galzuurhomeostase na partiële hepatectomie en de moleculaire pathways die de terminale fase van leverregeneratie beïnvloeden. Zij en haar collega’s ontdekten dat veranderingen in genexpressie door obstructieve cholestase bij een perihilair cholangiocarcinoom grotendeels herstelden na preoperatieve biliaire drainage. Kennis van de pathways die leverregeneratie beïnvloeden, geeft inzicht in mogelijke farmacologische aangrijpingspunten, waaronder de farnesoïde X-receptor (FXR). De Haan vond in 2 dierstudies onverwachts dat de FXR-agonist obeticholzuur leverregeneratie niet verbeterde of versnelde na partiële hepatectomie. Deze resultaten zijn waarschijnlijk niet volledig te extrapoleren naar mensen.
Tot slot bevat het proefschrift 2 studies naar het gebruik van dichlorofluoresceïne om oxidatieve stress – een bekende trigger voor leverregeneratie – in hepatocyten aan te tonen.
De Haan schreef haar proefschrift onder begeleiding van (co)promotoren dr. T.L.M. ten Hagen, prof. dr. M. Hegerprof en dr. R.F. van Golen.
Bron: