Tijdens haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam heeft Charlotte van Gulik de diagnostiek van juveniele idiopathische artritis (JIA) in kaart gebracht. De diagnostiek zou moeten plaatsvinden in een multidisciplinair team bestaand uit een kinderreumatoloog, kinderimmunoloog, musculoskeletale- en kinderradiologen en onderzoekers.
In haar onderzoek combineerde en vergeleek de promovenda de klinische beoordeling met MRI-beelden. Ze gebruikte MRI-scoresystemen om de ziekteactiviteit in de knie te kwantificeren en om de niet aangedane pols te beschrijven. Voor de enkel presenteert ze een nieuw scoringssysteem.
Het proefschrift wordt afgesloten met een kwalitatief onderzoek naar de perspectieven en verwachtingen van adolescenten met JIA over het betreden van de arbeidsmarkt. Van Gulik belicht verschillende kanten van het werken met JIA, zowel het oogpunt van de clinicus, de patiënt als de onderzoeker.