Sommige patiënten met chronische trombo-embolische pulmonale hypertensie (CTEPH) houden na een endarteriëctomie last van pulmonale hypertensie. Dieuwertje Ruigrok onderzocht CT- en MRI-scans om de oorzaak hiervan te achterhalen.
CTEPH kan op verschillende manieren behandeld worden. Een endarteriëctomie is het meest succesvol en leidt bij een aanzienlijk deel van de patiënten tot genezing. Ongeveer een derde deel van de patiënten houdt na de ingreep enige mate van pulmonale hypertensie. Bij slechts een deel van de patiënten is een aanvullende behandeling nodig.
Ruigrok vond dat na de operatie bij twee derde van de patiënten de inspanningstolerantie verminderd bleef. Mogelijk wordt dit veroorzaakt door een onvolledig herstel van hart, bloedvaten en spieren.
Bron: Vrije Universiteit