Kunstmatige intelligentie (KI) kan een waardevolle bijdrage leveren aan de opsporing en behandeling van darmpoliepen, maar verder onderzoek is nodig om bevindingen te bevestigen en verdere mogelijkheden te verkennen. Dat concludeert Elsa Soons in haar proefschrift, wat ze op 18 april zal verdedigen aan de Radboud Universiteit.
Soons en haar collega’s vonden onder meer dat het gebruik van KI bij het opsporen van poliepen leidde tot relatief veel endoscopieën waarbij ten minste 1 poliep werd gevonden. Het bleek voor endoscopisten echter moeilijk om tijdens een scopie optisch onderscheid te maken tussen neoplastische- en niet-neoplastische poliepen. Mogelijk kan KI hier in de toekomst ook bij helpen.
Het tweede deel van het proefschrift richt zich op patiënten met familiaire adenomateuze polyposis (FAP). Door hun sterk verhoogde risico op darmkanker is juist bij hen een juiste beoordeling van microscopisch weefsel cruciaal. Soons ontdekte dat centra die vaker weefsel van FAP-patiënten beoordelen, bijna 4 keer vaker de diagnose hooggradige dysplasie stellen dan centra waar dit weefsel nauwelijks wordt beoordeeld.
Soons voerde haar promotieonderzoek uit op de afdeling MDL van het Radboudumc onder begeleiding van (co)promotoren prof. dr. P.D. Siersema, dr. M.C.A. van Kouwen, dr. T.M. Bisseling en dr. R.S. van der Post.
Bron: