Frouwke Veenstra, junior-onderzoeker aan de Sint Maartenskliniek, zocht tijdens haar promotieonderzoek aanknopingspunten om de jichtzorg te verbeteren. Ze promoveerde 15 januari 2024 jl. aan de Radboud Universiteit Nijmegen.
Ondanks dat jicht goed te behandelen is, gebeurt dit in de praktijk vaak niet optimaal. Veel mensen halen niet het beoogde behandelresultaat. Wat een optimale behandeling in de weg kan staan? Gebrek aan kennis bij patiënten en artsen, onvoldoende therapietrouw bij patiënten en het niet optimaal volgen van richtlijnen door artsen.
Het promotietraject van Veenstra richtte zich op verschillende factoren om de behandeling van jicht mogelijk te verbeteren. Het blijkt niet nodig verschillende behandelstrategieën te hanteren op basis van geslacht of het gebruik van metformine. Ook geeft haar onderzoek artsen inzicht in de factoren die voor patiënten belangrijk zijn wanneer zij overwegen om door te gaan of te stoppen met urinezuurverlagende therapie. Het risico op gewrichtsschade blijkt een belangrijke factor te zijn.
Overtuigingen van artsen blijken geen invloed te hebben op de dosering van urinezuurverlagende therapie. Patiënten die klachtenvrij zijn kunnen nog wel kristalophopingen houden, die niet zichtbaar zijn bij lichamelijk onderzoek. Wat dit betekent voor patiënten is nog onbekend. Dat zal toekomstig onderzoek moeten uitwijzen.
Bron: