Op 22 september promoveerde Arjen van der Veen aan de Universiteit Utrecht op zijn proefschrift ‘Laparoscopic versus open gastrectomy for gastric cancer’. Als promotoren traden op prof. dr. R. van Hillegersberg en prof. dr. J.P. Ruurda. Van der Veen is momenteel werkzaam als aios radiotherapie bij UMC Utrecht.
Wat was het doel van je promotieonderzoek?
Het doel was tweeledig. Het eerste doel was om de twee belangrijkste operatietechnieken te vergelijken van het relatief veel voorkomende adenocarcinoom van de maag: de laparoscopische versus open maagresectie. Deze operatietechnieken heb ik vergeleken in de gerandomiseerde LOGICA-trial, zowel wat betreft klinische uitkomsten als kosteneffectiviteit. Het tweede doel was de behandeling te evalueren van relatief weinig voorkomende subtypen van maag- en slokdarmkanker en de behandeling van patiënten met een verhoogd risico op postoperatieve complicaties, om zo tot een meer gepersonaliseerde behandeling van maag- en slokdarmkanker te komen. Hiervoor heb ik onderzoek verricht in nationale databases en twee nieuwe trials helpen opzetten: de ISCON-trial en CARDIA-trial.
Wat wil jij dat de klinische dokter van jouw onderzoek weet?
De resultaten van de laparoscopische en open maagresectie voor maagkanker zijn vergelijkbaar; zowel wat betreft uitkomsten voor de patiënt als kosten. Het zijn dus beide goede operaties. Voor de toekomst verwacht ik dat de grootste verbetering in de zorg voor patiënten met maagkanker niet zozeer zal liggen in de operatie zelf, als wel in de zorg rondom de operatie. Hierbij valt te denken aan een betere stagering, betere gepersonaliseerde systeemtherapie en meer orgaansparend behandelen.
Wat was het meest frustrerende onderdeel van je onderzoek?
Naast de uitvoerende onderzoekers is er een hele laag groepen en personen die de onderzoekers en zichzelf controleren, maar weinig waarde toevoegen. Het behandelen van 230 patiënten met maagkanker in de reguliere zorg vergt alleen de reguliere zorgkosten. Maar als je deze behandelingen goed wilt vergelijken, wil je randomiseren. Om dezelfde 230 patiënten binnen een gerandomiseerd onderzoek te behandelen moet er eerst een subsidie worden binnengehaald, worden er circa 400.000 euro extra kosten gemaakt en ben je 5 jaren verder voordat het onderzoek is afgerond. Een groot deel van deze kosten zit hem in de administratieve taken van de onderzoekers. Hierbij worden vele studiemappen met papierwerk door de onderzoekers gevuld. Deze mappen dienen geen nut, behalve dat ze van de controlerende instanties ergens ‘moeten’ staan, om vervolgens niet gelezen of gebruikt te worden. Als onderzoeker voelt het alsof je een redelijk deel van je tijd dit soort mappen aan het vullen bent en regels aan het volgen bent voor controlerende instanties. Om toch voortgang te maken in mijn onderzoeken, heb ik snel geleerd deze regels te accepteren en netjes door alle hoepels te springen. Uiteindelijk verspil je dan de minste tijd, maar zonde is het wel.
Welk moment/inzicht bracht een doorbraak?
Na een investering van circa 5 jaar van de patiënten, de deelnemende ziekenhuizen, mijn professoren, voorgangers en mijzelf kon de LOGICA-trial geanalyseerd worden. Dit was een spannend moment. We hadden gehoopt dat de laparoscopische maagresectie voor de patiënt beter zou zijn dan de open maagresectie, maar dit konden we niet aantonen. Inmiddels is de laparoscopische maagresectie al in vrijwel heel Nederland ingevuld. Dit maakte de kostenanalyse extra belangrijk. Gelukkig bleek dat ook de kosten weinig verschillen, dus het is niet erg dat deze inmiddels zo breed geïmplementeerd is. Daarbij heeft de laparoscopische maagresectie misschien wel kleine voordelen: de patiënt heeft kort na de operatie iets minder pijn en chirurgen kunnen videobeelden onderling vergelijken en in de toekomst makkelijker technische applicaties opladen.
Wat is de vervolgvraag die voortkomt uit jouw onderzoek?
We konden geen verschil aantonen tussen de laparoscopische en open maagresectie. Wel zagen we een verschil in de totale versus distale maagresectie wat betreft naadlekkage, de belangrijkste complicatie. Dit percentage was 20% na een totale maagresectie en 2% na een distale maagresectie. Het is voor de patiënt essentieel dat we onderzoeken hoe we die 20% naar beneden kunnen brengen. Ook bij een slokdarmresectie voor slokdarmkanker is naadlekkage de belangrijkste complicaite. De ISCON-trial – die net is afgerond – zal laten zien of ischemische conditionering van de maag voorafgaand aan een slokdarmresectie een veilige ingreep is, met als doel het percentage naadlekkages na slokdarmchirurgie te verminderen. De CARDIA-trial – die momenteel nog loopt – zal laten zien of tumoren op de maag-slokdarmovergang via een maagoperatie of slokdarmoperatie geopereerd dienen te worden.
Wat neem je zelf mee uit jouw promotieonderzoek? Wat zijn jouw volgende stappen?
Na mijn studie Geneeskunde ben ik direct onderzoek gaan doen. Inmiddels ben ik in opleiding tot radiotherapeut en de komende jaren wil ik een goede klinische dokter worden. De radiotherapie is een relatief jong vakgebied en constant in ontwikkeling. Dat vind ik fantastisch. De ervaring die ik tijdens mijn promotieonderzoek heb opgedaan, helpt me om nieuwe (technische) ontwikkelingen en onderzoeken beter te begrijpen – en hier in de toekomst hopelijk ook een bijdrage aan te leveren.