De langetermijnresultaten van GPOEM (gastric per oral endoscopic pyloromyotomy) bij de behandeling van gastroparese zijn hoopgevend. Dat blijkt uit een retrospectieve analyse van data van 90 patiënten in het universiteitsziekenhuis van Atlanta in Georgia (VS). Het merendeel van de patiënten behield 3 jaar lang een klinische respons en betere kwaliteit van leven. GPOEM was iets minder succesvol bij een hoog BMI en langdurige gastroparese. De studie is recent gepubliceerd in Clinical Gastroenterology and Hepatology.
De patiënten waren behandeld tussen juni 2015 en maart 2019. De onderzoekers verzamelden data met de gastroparesis cardinal symptom index (GCSI) en een vragenlijst over de kwaliteit van leven. De primaire uitkomst was klinische respons op GPOEM: minstens 1 punt daling in de totale GCSI-score met meer dan 25% daling in minstens 2 subschalen van de belangrijkste symptomen. Factoren die het falen van GPOEM voorspelden (terugkeer van gastroparese of geen respons binnen 6 maanden) waren de secundaire uitkomst.
Merendeel had klinische respons
Na 3 tot 6 maanden na GPOEM hadden 73 patiënten een klinische respons en significante toename in scores met de vragenlijst over kwaliteit van leven. De onderzoekers concluderen dat 81,1% van de patiënten met gastroparese bij initiële follow-up een klinische respons had op GPOEM. Een jaar na GPOEM had 69,1% van alle patiënten een klinische respons. Van de initiële responders behield 85,2% de klinische respons en betere kwaliteit van leven gedurende 3 jaar na de procedure. Verder bleek een langere duur van gastroparese de kans op respons op GPOEM te verlagen. Patiënten met een hoge BMI hadden meer kans op falen van GPOEM, evenals patiënten die psychiatrische medicatie gebruikten.
Referentie:
Abdelfatah MM, Noll A, Kapil N, et al. Long-term Outcome of Gastric Per-Oral Endoscopic Pyloromyotomy in Treatment of Gastroparesis. Clin Gastroenterol Hepatol. 2021;19:816-24.
Commentaar prof. dr. Bas Weusten, MDL-arts in het UMC Utrecht en het St. Antonius Ziekenhuis te Nieuwegein
“Patiënten met gastroparese kunnen daar veel last van hebben, wat kan leiden tot hoge zorgconsumptie vanwege bijvoorbeeld langdurige sondevoeding. Oorzaken kunnen zijn diabetes of een operatie waarbij de nervus vagus is doorgesneden. Maar vaak is de oorzaak niet bekend. Er zijn niet veel behandelingen voor gastroparese. Tot nu toe werd vooral de voedingstoestand gewaarborgd via sondevoeding, waarbij dan vaak een voedingsjejunostomie wordt aangelegd. En in uiterste gevallen wordt soms overgegaan op een subtotale maagresectie.
Een mogelijkheid is ook het minimaal invasief klieven van de pylorus, de kringspier tussen de maag en de darm. Zo’n endoscopische pyloromyotomie gebeurt nog niet vaak bij gastroparese. Er wordt dan een tunneltje aangelegd onder het maagslijmvlies, waardoor de snede in de kringspier wordt afgedekt door de intacte mucosa. Deze GPOEM is een veilige methode en bestaat vanaf circa 2013, maar er zijn nauwelijks goede studies en gegevens over. De huidige studie heeft gekeken naar resultaten op de iets langere termijn, wat voor dit onderwerp nog weinig is gedaan.”
“De studie is retrospectief en single center, en is daardoor beperkt. Het best zou een gerandomiseerde studie zijn met een controlegroep (SHAM-gecontroleerd), maar dat is lastig te organiseren. In het Universiteitsziekenhuis van Praag is zo’n studie wel gedaan, maar die data zijn nog niet gepresenteerd. Ik ben er zijdelings bij betrokken geweest en weet dat die vergelijkbare resultaten heeft als de huidige retrospectieve studie.
De uitkomsten van de huidige studie vind ik positief, mede gezien het feit dat we deze patiënten weinig te bieden hebben en de kwaliteit van leven van veel patiënten beperkt is. Echter de behandeling richt zich op de pylorus, maar dat is slechts een deel van het verhaal. Want de fysiologie rond het ledigen van de maag gaat veel verder dan alleen de kringspier die de passage tegenhoudt. Ook de peristaltiek van de maag kan meespelen. Als dat de meest bepalende factor is, dan kun je verwachten dat een ingreep aan de kringspier waarschijnlijk minder effectief zal zijn. We kunnen nog niet goed onderscheiden welk probleem bij welke patiënt speelt. Overigens kan de techniek ook worden toegepast bij patiënten met een buismaag vanwege slokdarmkanker. In het Utrecht UMC en het Amsterdam UMC zijn we recent gestart met een niet-gerandomiseerde prospectieve studie met GPOEM bij deze patiënten.”
“De resultaten voor de onderzochte groep patiënten zijn vrij goed. De follow-up is nog wel kort en het aantal patiënten is beperkt. Maar het klinisch effect houdt vrij lang aan bij het merendeel van de patiënten, en dat is hoopgevend. Ik denk dat we over deze ingreep in de toekomst wel meer gaan horen en ook dat we die meer gaan doen. Het zou mooi zijn als er meer goed opgezette, prospectieve studies zouden plaatsvinden. Met als belangrijkste vragen wat de langetermijnresultaten zijn en hoe we kunnen voorspellen welke patiënten er wel of geen baat bij zullen hebben.”