Bij patiënten met de ziekte van Crohn is er 6 maanden na een ileocolische resectie met of zonder uitgebreide mesenterectomie geen verschil in het percentage endoscopische recidieven. Dit resultaat onderschrijft de huidige richtlijnen die conventionele mesenteriumsparende resectie adviseren, zo concluderen onderzoekers van de door het Amsterdam UMC geleide SPICY-studie.
Resultaten van eerder, retrospectief onderzoek bij patiënten met de ziekte van Crohn suggereren dat het verwijderen van het aangedane mesenterium de uitkomsten van ileocolische resectie (ICR) kan verbeteren. De onderzoekers van de internationale dubbelblinde SPICY-studie wilden prospectief onderzoeken of dit inderdaad het geval is. Dit deden ze door 139 patiënten met ileocecale ziekte van Crohn uit 6 centra in Nederland en Italië te randomiseren naar ICR in combinatie met uitgebreide mesenterectomie (n = 71), of naar mesenteriumsparende ICR (n = 68, controlegroep). Uiteindelijk konden de resultaten van 133 patiënten geanalyseerd worden.
De primaire uitkomst – endoscopisch recidief 6 maanden na de operatie – trad op bij 28 van de 66 patiënten (42%) uit de groep met uitgebreide mesenterectomie tegenover 28 van de 65 patiënten (43%) in de controlegroep (relatief risico 0,985; 95%-BI 0,663-1,464; p = 1,0). Postoperatieve complicaties kwamen iets vaker voor na uitgebreide mesenterectomie dan na mesenteriumsparende chirurgie, maar deze verschillen waren niet statistisch significant. Bij 5 patiënten (8%) in de groep met uitgebreide mesenterectomie trad lekkage van de anastomose op binnen 30 dagen na de ingreep, tegenover 1 patiënt (2%) in de groep met mesenteriumsparende ICR. Verder kwamen postoperatieve complicaties met een Clavien-Dindo-classificatiegraad van IIIa of hoger voor bij 7 patiënten (11%) na een uitgebreide mesenterectomie en bij 5 patiënten (8%) na een mesenteriumsparende ingreep.
Bron: