Voor het eerst zien in Nederland een huisarts en reumatoloog samen patiënten tijdens het spreekuur. In Zeeland wordt geëxperimenteerd met een zogenaamd ‘meekijkconsult’ waarmee een bezoek aan het ziekenhuis kan worden voorkomen. De eerste reacties van patiënten, reumatologen en huisartsen zijn positief.
Stel, een patiënt heeft fibromyalgie, artrose of diffuse gewrichtsklachten bij hypermobiliteit. Een huisarts weet soms niet goed wat hij aan moet met zo’n ‘twijfelgeval’. Verwijzen naar een specialist in het ziekenhuis? Maar dat kan zo belastend zijn voor de patiënt. De huisarts wil dat bovendien zelf liever ook niet. In Zeeland kunnen huisartsen dergelijke patiënten sinds kort inplannen voor een speciale middag waarop samen met een reumatoloog spreekuur wordt gehouden. Dat betekent dat de patiënt tegenover twee artsen komt te zitten, die samen met hem of haar spreken en allebei lichamelijk onderzoek doen. De huisarts kent de patiënt als het goed is door en door. De reumatoloog kent het dossier en brengt zijn of haar specialistische kennis in. Zij bespreken samen de diagnose én of de patiënt moet worden verwezen naar het ziekenhuis, maar meestal is dat laatste juist niet nodig. Met ondersteuning van de reumatoloog kan de huisarts de patiënt vaak zelf goed behandelen.
Meer zorg dichtbij, minder bezoeken aan het ziekenhuis. Dat is de filosofie achter het experiment dat eerstelijnsorganisatie PeriScaldes – ontstaan uit de fusie van drie Zeeuwse zorggroepen heeft opgezet met Reumazorg Zuid West Nederland. Voor de patiënt is er ook een financieel voordeel, weet Maria van der Sluis, manager van PeriScaldes. “Omdat deze in de eerste lijn behandeld blijft, hoeft het eigen risico niet te worden aangesproken.” De inzet van reumatologen in de eerste lijn is niet nieuw – in Heerlen, Maastricht en Sittard loopt al wat langer een anderhalvelijnsproject – maar een huisarts en een reumatoloog die sámen spreekuur houden, is nog niet in Nederland voorgekomen. Begin dit jaar zijn de eerste meekijkconsulten van start gegaan. En het blijkt te werken, zeggen Angelique Tirion, huisarts bij Praktijk SenS in Goes, en Ward Vercoutere, reumatoloog bij Reumazorg Zuid West Nederland.
Enorm serieus genomen
“We willen gemiddeld iedere maand een middag plannen waarop we samen drie à vier reumatologische patiënten zien”, zegt Tirion. “We ontvangen dan patiënten met klachten waarvan wij als huisarts niet per se weten of die reumatologisch zijn. Zo kunnen we samen het beleid finetunen. Het is een groot voordeel voor patiënten als we ze niet hoeven te verwijzen naar de tweede lijn. Een ziekenhuisbezoek is bijvoorbeeld best lastig vanuit verder gelegen Zeeuwse dorpen, zeker als je gewrichtsklachten hebt en moeilijk ter been bent.” Bovendien ziet de reumatoloog de patiënt in een voor hem of haar meer gemoedelijke en vertrouwde setting, legt Vercoutere uit. Dat levert een veel beter beeld op van de patiënt. Twee dokters voor je neus, vinden patiënten dat niet intimiderend? “Ze voelen zich juist enorm serieus genomen”, zegt Tirion.
Leren van elkaar
Bijkomend voordeel is: de huisarts en de reumatoloog leren al samenwerkend veel van elkaar. “Dan kan het gaan om praktische tips, zoals het opvragen van bloedwaardes die je normaal nooit doet”, aldus Tirion. “Of om meer kennis van zeldzamere ziektebeelden zoals de ziekte van Bechterew.” Maar het belangrijkst is: ze leren veel van elkaars werkwijze en aanpak. Vercoutere: “Als reumatoloog kijk je vooral medisch. Ik leer nu veel van het psychosociale aspect van het werk van een huisarts en hoe je dingen soms praktisch kan oplossen. Het klinisch onderzoek van een huisarts is anders. In de tweede lijn heb je veel middelen om je diagnose te staven. Een huisarts heeft geen directe beschikking over een lab of röntgen. Dan moet je daarnaast andere afwegingen inzetten om je diagnose te stellen.”
‘Tijdsinvestering valt mee’
Rapportcijfer 8,3
Het is nog te vroeg om met keiharde cijfers aan te tonen dat het experiment succes heeft. Reumatoloog Ward Vercoutere heeft nu bijvoorbeeld zes of zeven patiënten gezien. Twee van hen zijn verwezen naar het ziekenhuis. Dat is zeker minder dan in een traditionele setting het geval zou zijn, met ongeveer de helft van de geconsulteerde patiënten. Alle reumatologen, huisartsen en patiënten die aan de pilot meedoen, krijgen een evaluatieformulier, zegt Maria van der Sluis, manager van PeriScaldes. “Daarop staan bijvoorbeeld vragen als ‘Bent u tevreden over de terugkoppeling?’, ‘Bent u tevreden over de termijn waarbinnen u antwoord kreeg?’ en ‘Wat vond u van de informatieverstrekking over de voorgeschiedenis?’. Daarop kunnen de respondenten hun score aangeven van ‘zeer ontevreden’ tot ‘zeer tevreden’.” Van der Sluis monitort de evaluatieformulieren nauwlettend. “Tot nu toe hebben we bij zorgverleners alleen maar ‘zeer tevreden’ en ‘tevreden’ teruggekregen. Bij patiënten een heel enkele keer een neutrale score.” Ook de kwaliteit van behandeling scoort goed, zegt ze. “Het gemiddeld rapportcijfer is nu een 8,3.”
Gegevens over deze pilot
Voor de pilot staat drie jaar gepland.
• Het project wordt via de deelnemende organisaties gefinancierd door de zorgverzekeraars. PeriScaldes heeft een overeenkomst met CZ.
• De meekijkconsulten worden nu uitgevoerd in tien huisartsenpraktijken. Negen reumatologen van Reumazorg Zuid West Nederland doen mee.
• Als de pilot succesvol is, is er ook interesse van het Admiraal de Ruyterziekenhuis om mee te doen, zegt Maria van der Sluis, manager van PeriScaldes.
Tekst: Leendert Douma
Dit artikel is op 19 juli 2019 gepubliceerd in De Eerstelijns, platform voor strategie en innovatie (www.de-eerstelijns.nl)