Het risico op besmetting met het hepatitis C-virus (HCV) is significant geassocieerd met verschillende invasieve ingrepen en onderzoeken in het ziekenhuis. Dat blijkt uit een systematische review met meta-analyse die recent gepubliceerd is in Alimentary Pharmacology Therapeutics.
Het doel van de onderzoekers was om de rol van invasieve ziekenhuisbehandelingen bij HCV-transmissie beter te begrijpen en te kunnen kwantificeren. Ze doorzochten daarvoor de literatuurdatabanken van PubMed, Web of Science en Scopus naar studies gepubliceerd tussen 2000 en 2020 waarin maten werden gerapporteerd voor de associatie tussen HCV-infectierisico en iatrogene procedures.
Ze vonden 71 relevante studies waarin bloedtransfusie (66 metingen) en chirurgie (43 metingen) het vaakst bestudeerd werden. Procedures werden op basis van expert opinion ingedeeld in 10 categorieën waarvoor aparte, gepoolde odds ratio’s (OR’s) werden berekend. Vervolgens werden met metaregressie relaties tussen de gepoolde maten en de HCV-prevalentie op landniveau of de Healthcare Access and Quality (HAQ)-index.
De gepoolde OR’s voor HCV-infectie varieerden van 1,46 (95%-BI 1,14-1,88) voor tandheelkundige ingrepen tot 3,22 (95%-BI 1,7-6,11) voor transplantaties. Voor bloedtransfusie was het risico hoger voor transfusies uitgevoerd vóór 1998 (3,77; 95%-BI 2,42-5,88) dan voor recenter uitgevoerde transfusies (2,20; 95%-BI 1,77-2,75). In de subgroepanalyse voor de specifieke ziekenhuisbehandelingen bleek de HAQ-index voor endoscopie negatief geassocieerd te zijn met HCV-besmettingsrisico, terwijl het besmettingsrisico juist positief geassocieerd was met de HCV-prevalentie voor endoscopie en chirurgie.
Tot slot geven de onderzoekers in het artikel een ranglijst voor het HCV-risico van verschillende ingrepen en onderzoeken die gebruikt kan worden voor prioritering van interventies voor infectiepreventie. Deze ranglijst is met name relevant bij een hoge HCV-prevalentie.