‘De patiënt’: de rubriek door de patiënt, voor de professional. Wat zijn de wensen, ervaringen, angsten, vreugdes en vooruitzichten van de patiënt? Het woord is deze keer aan Sergio, 51 jaar. 16 jaar geleden werd bij hem de diagnose systemische sclerose gesteld. Veel behandelingen, wisselende medicatie en operaties volgden. Ondanks deze zware periode kan hij nog steeds zijn werk als piloot uitoefenen. Daarnaast zet hij zich in voor patiëntenbelangen en neemt hij deel aan onderzoeken op het gebied van sclerodermie.
‘Mijn klachten zijn in 2005 begonnen. Ik werkte in die tijd in de Verenigde Staten en liet mij daar onderzoeken. Na bloedonderzoek volgde de diagnose snel: systemische sclerose. De Amerikaanse arts vertelde er meteen bij dat ik naar alle waarschijnlijkheid mijn baan zou verliezen en ik nog hooguit 10 jaar te leven had. In de VS werkt het zo dat je een team van specialisten om je heen moet zien te verzamelen en zelf een soort specialist van je aandoening moet worden. Dat werkt voor mij goed. Terug in Nederland wilde ik meedoen aan een onderzoek waarbij behandeling met chemokuur vergeleken werd met een behandeling van een combinatie van chemokuur en stamceltherapie. Helaas ging dat niet door; mijn gezondheid was te goed om voor deelname aan een dergelijk onderzoek in aanmerking te komen. In 2007 werden mijn klachten veel erger; ik had last van mijn handen, mijn vingers stonden krom. Het was zo erg dat ik moest stoppen met werken. Ik kreeg gedurende een jaar cyclofosfamide en dat hielp enorm, dat zette de ziekte echt stil.
Darmoperaties
Het ging zo goed dat ik in 2009 weer aan het werk kon. Maar in 2011 ging het weer mis. Door constante ontsteking begon een van mijn vingerkootjes af te sterven. Ik kreeg zogenoemde trommelstokvingers. Twee vingers werden zwart en gingen pijn doen. Tot dan toe had iloprost altijd geholpen, maar het sloeg dit keer niet meer aan. Ik kreeg oxycodon tegen de pijn terwijl mijn casus door specialisten werd besproken. De reumatoloog stelde voor dat ik een gesprek zou hebben met een chirurg. De chirurg wilde wel snijden, maar daar was de reumatoloog het niet mee eens. Uiteindelijk is het vingertopje vanzelf losgebroken, er zat gewoon een genezen vingertopje onder. Ondertussen had de oxycodon mijn spijsvertering platgelegd waardoor ik alleen nog chocolade en dat soort dingen kon eten. Ik stopte met het middel, maar mijn darmen werden niet actief. Bij een coloscopie bleek dat er een tumor in de dikke darm zat. In 2012 werd de tumor operatief verwijderd. Daarmee was het probleem niet opgelost, want na enkele maanden kreeg ik weer last en bleek er nog een tumor te zitten, die ook is verwijderd. En alsof dat nog niet genoeg was, volgde er weer later nóg een darmoperatie.
Klankbord voor onderzoekers
Hier stopt het verhaal niet, maar laat ik mij ertoe beperken te vermelden dat er na 2013 nog een aantal ingrijpende behandelingen hebben plaatsgevonden. Sclerodermie is een ernstige aandoening. Ik vind het belangrijk waar mogelijk een bijdrage te leveren aan onderzoek en ben daarom op verschillende manieren actief. Ik deed al mee met alle onderzoeken op het gebied van sclerodermie. Daarnaast ben ik aanwezig bij colleges over auto-immuunziekten van de opleiding geneeskunde. Ik zit daar eigenlijk letterlijk als studieobject; studenten mogen bijvoorbeeld mijn handen bestuderen en vervolgens beschrijven wat ze zien en welke conclusies er mogelijk te trekken zijn. Verder geeft mijn situatie van piloot die al op jonge leeftijd klachten kreeg wellicht een goed beeld van de impact die sclerodermie heeft op leven en carrière. Artsen zien vaak ouderen, nu zien ze ook de invloed van de ziekte op jonge mensen. Ook waardevol zijn de maandelijkse bijeenkomsten met lotgenoten. Je spreekt elkaar over op zich onschuldige kwaaltjes waar je toch behoorlijk last van kunt hebben. Neem bijvoorbeeld het fenomeen van Raynaud, dat kan zeer onaangenaam zijn. Iemand in de groep geeft dan verwarmde handschoenen als oplossing. Verder ben ik in 2017 lid van de patiëntenraad geworden, een goede manier om op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen van de ziekte. Daarnaast kunnen de leden van de patiëntenraad, die allemaal ervaringsexperts zijn, dienen als klankbord voor onderzoekers. Wij kunnen aangeven hoe belastend een bepaald onderzoek is voor de patiënt, of bepaalde informatie begrijpelijk is voor patiënten. Het gebeurt ook weleens dat we constateren dat bepaalde elementen in de opzet van een onderzoek niet kloppen. En hoewel we als patiëntenraad geen doorslaggevende stem hebben, is het wel degelijk zo dat onze feedback serieus wordt genomen.’