Wat Göran van Rooijen vooral meeneemt van zijn werk op de corona-IC is de samenwerking met collega’s van diverse medisch specialismen aan een gemeenschappelijk doel. “We hebben in dezelfde ellende gewerkt. Omdat we de ervaring met eenzelfde gemeenschappelijke deler hebben gehad, ben ik laagdrempeliger geworden naar collega’s van andere specialismen.”
De eerste keer dat Van Rooijen op de corona-IC van het Spaarne Gasthuis in Haarlem kwam, dacht hij: “Wat ben ik in hemelsnaam aan het doen? Hier heb ik niet voor geleerd.” Inmiddels – veel ervaring aan diensten rijker – is zijn visie op deze eerste dagen op de IC tijdens de eerste coronagolf iets bijgesteld: “Het fijne is dat je daar samen bent met een kinderarts, een radioloog en andere collega’s die exact dezelfde gedachte hebben. Je vult elkaar aan en je duikt ouderwets terug in de boeken.”
Zaalarts-plus
Op de corona-IC kreeg Van Rooijen steeds meer verantwoordelijkheden. “In eerste instantie is je taak vooral signaleren wanneer een patiënt achteruitgaat. Tijdens de tweede dienst krijg je 2 patiënten onder je hoede, tijdens de derde dienst 4 patiënten en zo bouw je de verantwoordelijkheden op. Je bent een soort zaalarts-plus, die de zorg voor een deel kan overnemen, maar daar vooral aanwezig is om te signaleren. Er zijn intensivisten aanwezig met wie je kunt sparren over de behandeling en die zeggen wat er moet gebeuren. Dus je hebt continu de wetenschap dat je de back-up klaarstaat.”
Het werk op de corona-IC is totaal anders dan dat van de dermatoloog, laat Van Rooijen weten. “Ik had nooit gedacht dat ik als dermatoloog dergelijke slechtnieuwsgesprekken zou moeten houden: met de familie bespreken dat we abstineren, het overlijden bespreken en begeleiden, of met de familie een overplaatsing naar Duitsland moeten voorbereiden.”
Collega’s er doorheen helpen
Van Rooijen vindt het prettig dat hij ‘een steentje kan bijdragen’ in deze crisis. Je kunt er ook zijn voor de intensivisten als ze een rotdag hebben gehad, bijvoorbeeld omdat iemand voor wie ze lang de zorg hebben gedragen, komt te overlijden. Of je kunt het verhaal van de verpleegkundigen aanhoren en even over luchtige dingen praten. Laten merken dat zij er niet alleen voor staan, vind ik het belangrijkste onderdeel van mijn werkzaamheden en dat wordt goed ontvangen op de IC.”
Ronde voor huidafwijkingen
Omdat veel COVID-19-patiënten huidafwijkingen hebben, is het handig dat Van Rooijen dermatoloog is. “Omdat ik toch aanwezig was, liep ik vaak een ronde om de huidafwijkingen bij alle patiënten te beoordelen.” Als fleboloog doet hij normaliter onder andere de zorg voor patiënten met spataderen. Op de corona-IC maakt hij geregeld echo’s van kuiten om te beoordelen of er een trombosebeen aanwezig is. “Je eigen expertise kun je nuttig toepassen op de IC, zodat ze inhoudelijk echt wat aan je hebben. We leveren allemaal een bijdrage.” Daarnaast vindt hij het een unieke kans om een kijkje in de keuken van een ander specialisme te krijgen.
Voor zijn werk in de dermatologiepraktijk neemt Van Rooijen vooral mee dat het belangrijk is om te luisteren. “Vooral het luisteren naar elkaar en de onderlinge gesprekken zal ik meenemen voor mijn toekomstige werk. Dit is een bijzondere situatie geweest waardoor we als specialisten veel patiëntenzorg hebben gedaan en die ons ook als artsen dichterbij elkaar heeft gebracht.”