Een retrospectieve studie in JAMA Network Open vond een verband tussen schade aan het slijmvlies in het bovenste deel van het maag-darmkanaal en het optreden van de ziekte van Parkinson. De bevindingen ondersteunen de hypothese dat (bij een deel van de parkinsonpatiënten) schade aan het maag-darmkanaal een oorzakelijk verband heeft met het ontstaan van de ziekte.
De retrospectieve cohortstudie gebruikte data van 9.350 mensen zonder een parkinsondiagnose bij wie tussen 2000 en 2005 met een endoscopie het bovenste deel van het maag-darmkanaal was onderzocht (EGD) en een biopt was genomen. Mensen met schade aan het slijmvlies (n = 2.337) werden vervolgens in de ratio 1:3 gematcht met mensen zonder schade aan het slijmvlies (n = 7.013). De onderzoekers keken vervolgens of in de periode tot eind juli 2023 een parkinsondiagnose werd gesteld.
Na een mediane follow-up van 14,9 jaar was bij 52 patiënten met mucosale schade een parkinsondiagnose gesteld (2,2%) en bij 48 patiënten zonder mucosale schade (0,5%; IRR 4.15; p < 0,001). Na het corrigeren voor verstorende factoren was het risico op het ontstaan van de ziekte van Parkinson 76% hoger in de groep met mucosale schade. De mediane tijd tussen het opmerken van mucosale schade en het stellen van de diagnose was 14,2 jaar en de mediane leeftijd waarop de ziekte werd vastgesteld was 72,7 jaar.
Deze bevindingen benadrukken volgens de onderzoekers de noodzaak van het monitoren van patiënten met mucosale schade in het maag-darmkanaal en het belang van het vaststellen van darmbiomarkers voor de ziekte van Parkinson.
Bron: