Vrouwen hebben een 34% hoger risico op ernstige bijwerkingen bij behandelingen voor kanker ten opzichte van mannen. Bij immuuntherapie is het risico zelfs 49% hoger. Volgens de onderzoekers heeft het bestuderen van bijwerkingen van deze middelen dan ook de prioriteit.
Hoewel bekend is dat vrouwen meer bijwerkingen hebben van chemotherapie dan mannen, is er weinig onderzoek gedaan naar sekseverschillen bij immuun- of targeted therapieën voor kanker. De onderzoekers analyseerden daarom bijwerkingen in SWOG fase II- en III-studies die tussen 1980 en 2019 werden uitgevoerd. Symptomatische bijwerkingen werden gedefinieerd als bijwerkingen in overeenstemming met de National Cancer Institute’s Patient-Reported Outcome-Common Terminology Criteria for Adverse Events; laboratoriumgebaseerde of waarneembare/meetbare bijwerkingen werden geclassificeerd als hematologisch of niet-hematologisch.
In totaal werden gegevens geanalyseerd van 23.296 patiënten (8.838 vrouwen (37,9%); 14.458 mannen (62,1%)) die deelnamen aan 202 studies en 274.688 bijwerkingen hadden. 17.417 patiënten kregen chemotherapie, 2.319 immuuntherapie en 3.560 targeted therapie. In totaal had 64,6% van de deelnemers (n = 15.051) een of meer ernstige bijwerkingen (graad ≥ 3). Vrouwen hadden een 34% hoger risico op ernstige bijwerkingen dan mannen (OR 1,34; 95%-BI 1,27-1,42; p < 0,001), bij immuuntherapie was het risico zelfs 49% hoger (OR 1,49; 95%-BI 1,24-1,78; p < 0,001). Vrouwen hadden een verhoogd risico op ernstige symptomatische bijwerkingen bij alle behandelingen, vooral bij immuuntherapie (OR 1,66; 95%-BI 1,37-2,01; p < 0,001). Vrouwen die chemotherapie of immuuntherapie kregen hadden ook meer ernstige hematologische bijwerkingen. Er werden geen statistisch significante sekseverschillen gevonden in het risico op niet-hematologische bijwerkingen.
Bron: