Een inactieve leefstijl komt veel voor bij CNS-patiënten. Onderzoekers uit de Verenigde Staten ontdekten dat het haalbaar is om deze patiënten minder te laten zitten en meer te laten bewegen, maar dat het nieuwe gedrag niet of moeilijk werd volgehouden.
Hiertoe werd een gerandomiseerd onderzoek uitgevoerd van 24 weken met twee parallelle groepen patiënten met CNS stadium 2-5 (14% op nierfunctievervangende therapie). De interventiegroep (n = 54) kreeg een ‘Sit Less, Interact, Move More (SLIMM)’-programma aangeboden. Accelerometrie, afgenomen op baseline en daarna elke vier weken, werd gebruikt om naleving van de individuele beweegadviezen te bevorderen en te monitoren. De controlegroep (n = 52) kreeg standaard beweegadviezen volgens een nationaal programma en accelerometrie werd afgenomen op baseline en vervolgens elke acht weken.
In deze controlegroep bleef de tijd die zittend en lopend werd doorgebracht hetzelfde over de tijd. In de interventiegroep daalde de zitduur met maximaal 43 minuten (95%-BI -69 tot -17) en steeg de loopduur met 16 minuten (95%-BI: 7-24) per dag. Bovendien nam het aantal stappen per dag toe tot 1.265 in week 20 (95%-BI: 518-2012). De effecten verzwakten echter na 24 weken.
In een statistisch mixed-effects model waren de effecten van het SLIMM-programma op de zitduur (-17; 95%-BI -43 tot 8 min./dag), loopduur (6; 95%-BI -3 tot 15 min./dag) en het aantal stappen (652; 95%-BI -146-1.449) niet significant. De interventie leidde wél tot een verlaging van de body-mass index (-1,1; 95%-BI -1,9 tot -0,3 kg/m2) en het percentage lichaamsvet (-2,1%; 95%-BI -4.4 tot -0.2%).
Bron: