Onderzoekers van The Australian and New Zealand Dialysis and Transplant Registry vonden, vergeleken met de algemene populatie, een hogere sterfte onder vrouwelijke dan onder mannelijke nierpatiënten.
Om sekseverschillen in mortaliteit en doodsoorzaken in de populatie van nierpatiënten te kunnen vergelijken met die in de algemene populatie, maakten de onderzoekers gebruik van data-linkage. Hierbij werd data over alle patiënten met nierfunctievervangende behandeling in Australië (1980-2019) en Nieuw Zeeland (1988-2019) gekoppeld aan data uit de nationale sterfteregistraties. Vervolgens werden verschillende maten voor sterfte, zoals standardised mortality ratios (SMM), de relatieve overleving en verloren levensjaren vergeleken.
In totaal werden de gegevens van 82.844 nierpatiënten geanalyseerd, waarvan 40% vrouw was (33.329) en 60% man (49.555). Er overleden 49.376 patiënten tijdens een totale follow-upduur van 536.602 persoonsjaren, waarbij er weinig verschil was tussen mannen en vrouwen. Maar vergeleken met de algehele populatie bleken extra sterfgevallen (ongeacht oorzaak) vaker voor te komen onder vrouwelijke (SMM 11,3; 95%-BI 11,2-11,5) dan onder mannelijke nierpatiënten (SMM 6,9; 95%-BI 6,8-6,9). Hierbij was het verschil het grootst bij jongere patiënten en bij degenen die overleden aan cardiovasculaire aandoeningen.
Verder was de relatieve overleving consistent lager onder vrouwelijke patiënten en ook het aantal verloren levensjaren was in alle leeftijdscategorieën hoger onder vrouwen dan onder mannen (gemiddeld verschil 3,6 jaar; 95%-BI 3,6-3,7). Onder niertransplantatiepatiënten was de relatieve overleving wel gelijk tussen mannen en vrouwen en ook het verschil in verloren levensjaren was kleiner (2,3 jaar). Verder onderzoek moet uitwijzen of deze verschillen veroorzaakt worden door verschillen in toegang tot zorg.
Bron: