De resultaten van de STOP-NUC-studie leveren bewijs voor het concept van stoppen met nucleos(t)ide-analogen als een therapeutische optie die functionele genezing kan induceren bij HBeAg-negatieve patiënten met chronisch hepatitis B. Dit gebeurde met name bij patiënten met HBsAg-spiegels < 1000 IE/ml aan het einde van de behandeling.
Hoewel er aanwijzingen zijn dat stopzetting van de behandeling met nucleos(t)ide-analogen (NUC’s) kan leiden tot functionele genezing (verlies van HBsAg) bij HBeAg-negatieve patiënten met chronische hepatitis B, is het bewijs hiervoor tot op heden gebaseerd op kleine of niet-gerandomiseerde studies. De STOP-NUC-studie is opgezet om te onderzoeken of het stoppen met langdurige NUC-behandeling het genezingspercentage kan verhogen. In deze multicenter, gerandomiseerde gecontroleerde studie werden 166 HBeAg-negatieve patiënten met chronische hepatitis B die een continue langdurige NUC-behandeling ondergingen, met HBV-DNA < 172 IE/ml (1.000 kopieën/ml) gedurende ≥ 4 jaar, gerandomiseerd naar stoppen (groep A) of doorgaan (groep B) met de NUC-behandeling gedurende een observatieperiode van 96 weken. In totaal waren 158 patiënten beschikbaar voor de analyse, 79 per groep. Het primaire eindpunt was aanhoudend HBsAg-verlies tot week 96.
8 patiënten (10,1%; 95%-BI 4,8-19,5%) in groep A en geen van de patiënten in groep B (p = 0,006) hadden HBsAg-verlies. Van de patiënten met een baseline HBsAg-spiegel < 1000 IE/ml bereikten er 7 (28%) HBsAg-verlies. In arm A werd de therapie herstart bij 11 patiënten (13,9%), terwijl 32 patiënten (40,5%) aanhoudende remissie bereikten. Een afname van HBsAg > 1 log IE/ml werd waargenomen bij 16 patiënten (20,3%) in arm A en bij 1 patiënt (1,3%) in arm B. Er deden zich geen ernstige AE’s voor die verband hielden met het staken van de behandeling.