Er is een nieuw hulpmiddel ontwikkeld voor het verzamelen van urine van pasgeborenen. Een consortium met het Radboud UMC, de TU Twente, Rijnstate ziekenhuis (Arnhem), de Nierstichting en een bedrijf doet daar de komende 3 jaar onderzoek mee. Kinderarts-kinderendocrinoloog dr. Petra van Setten en hoogleraar Moleculaire nierfysiologie prof. Joost Hoenderop (beiden Radboud UMC) geven uitleg over het hulpmiddel en de studie.
Het verzamelen van urine van pasgeborenen, met name van prematuren, is lastig. Dat komt onder andere doordat een baby nog geen controle heeft over het plassen. Het kan niet ‘op verzoek’ en dus vraagt het om een andere oplossing. Het gebeurt nu met een plaszakje dat met kleefstrips op de huid wordt aangebracht. “Maar dat kan de nog kwetsbare huid van de baby beschadigen”, vertelt Van Setten. “Een andere optie is een inlegpad in de luier, maar daarmee is de uitslag van een urinebepaling niet altijd betrouwbaar. Een blaaspunctie is ook mogelijk, maar dat is invasief en nogal ingrijpend. Er zijn dus wel alternatieven voor de plaszak, maar die hebben allemaal beperkingen.”
Speciaal textiel
Daarom wordt gewerkt aan een nieuw medisch hulpmiddel voor het verzamelen van urine bij pasgeborenen. Het hulpmiddel moet kindvriendelijk zijn, makkelijk in gebruik voor verpleegkundigen, niet invasief en betrouwbare uitslagen geven. Het bedrijf in het consortium ontwikkelt verschillende soorten textiel. Hoenderop: “Er is inmiddels een ontwerp waarbij het textiel zodanig is vormgegeven dat we het in de luier kunnen aanbrengen bij pasgeborenen waarna het de urine opvangt. Dat ontwerp gaan we nu testen in de studie. We onderzoeken het gebruik ervan in de kliniek, en in het laboratorium onderzoeken we of stoffen uit de urine makkelijk en betrouwbaar te meten zijn. Later in het project willen we ook naar vroegtijdige markers kijken die iets zeggen over de nierfunctie bij de pasgeborene. Als we die kunnen meten, kunnen we eerder actie ondernemen als dat nodig is.”
De studie is een samenwerking tussen kliniek en laboratorium. De onderzoeksgroep van Hoenderop gebruikt urine vaak als startpunt voor het bestuderen van nierfuncties en allerlei nierziekten. “Vroeger werd urine vooral gezien als afvalproduct. Maar het is een belangrijke bron van informatie en veelal een goede afspiegeling van de nierfunctie. De samenstelling van de urine is wel variabel, afhankelijk van bijvoorbeeld hoeveel iemand heeft gedronken. Dus we willen urine ook over de tijd kunnen verzamelen voor meer betrouwbare metingen.”
Comfort staat voorop
Nieuw aan het hulpmiddel is vooral de vormgeving en de manier waarop de urine wordt opgevangen. Het is geen stukje stof in de luier, maar een hulpmiddel van specifieke textielen en siliconen. “Voorop staan het comfort voor het kind en het gebruiksgemak voor de verpleegkundigen”, stelt Van Setten. “En voor ons is uiteraard een betrouwbare uitslag van belang. Het hulpmiddel kan ook bruikbaar zijn voor huisartsen en voor ouders, die soms door kindernefrologen worden gevraagd om thuis urine op te vangen van hun baby.”
Uit onderzoek van het bedrijf zelf bleek dat calcium nog niet makkelijk en betrouwbaar is te meten, weet Van Setten. “Daarom gaan we daar in onze studie iets meer op inzoomen. Calcium is belangrijk voor een goede botopbouw, juist bij kinderen die op dat gebied kwetsbaar zijn. En uiteraard richten we ons ook op het betrouwbaar meten van andere stoffen in de urine. De vervolgstap is dat we het hulpmiddel aanbrengen bij pasgeborenen om de praktische aspecten te onderzoeken. Past het goed? Vangt het de urine goed op? Kunnen we urine scheiden van ontlasting? Geeft het geen beschadiging of reactie van de huid van de baby? Wat vinden verpleegkundigen en ouders ervan? Dat soort vragen willen we toetsen.”
Keuzes maken
Volgens Hoenderop is het onderzoek uniek: “We hebben mogelijkheden om de gebruikte textielen nog preciezer af te stellen en die materialen te kiezen die het best werken. Er is een postdoc onderzoeker aangesteld die nu de interactie bestudeert van de materialen met stoffen in de urine, en of we de urine er makkelijk uit kunnen krijgen. Op basis daarvan zullen we keuzes maken voor de volgende stap naar de kliniek om daar verder te gaan testen. En met de TU Twente gaan we een kosten-batenanalyse doen voor het nieuwe hulpmiddel.”
De studie is, met subsidie van onder andere de Nierstichting, eind vorig jaar van start gegaan en duurt 3 jaar.
Biomarkers
Van Setten noemt nog een doel van de studie: het opbouwen van een biobank van urinemonsters. Die kan worden gebruikt voor het zoeken naar biomarkers voor nierschade in een vroege fase. Prematuren (kinderen geboren voor 37 weken zwangerschap) zijn extra gevoelig voor nierschade vanwege bijvoorbeeld zuurstofgebrek, nefrotoxische situaties en medicatie rondom de geboorte. Het vinden van biomarkers is met name voor hen dus van belang. “Die baby’s hebben vaak een moeilijke start. Als je niet weet dat er risico is op nierschade kun je geen interventie doen. Dus als je nierschade vroeg kunt opsporen, kun je daar beleid op maken om nierfalen op termijn te voorkomen. Ik hoop daarom dat we inderdaad biomarkers kunnen vinden.”