Reumatologen uit Maastricht UMC+ zien jaarlijks zo’n 1000 patiënten op 2 zogenoemde stadspoli’s. Deze kosteneffectieve poliklinieken, waar specialisten binnen het huisartsenbudget eenvoudige casuïstiek zien, betekenen voor de patiënten kwalitatief goede zorg dicht bij huis en kortere wachttijden. Reumatoloog Debby Vosse is vanaf de start betrokken bij dit initiatief en is zeer tevreden over wat er in 10 jaar tijd is bereikt.
Aanleiding voor deze anderhalvelijnszorg was de negatieve berichtgeving in 2013. Uit de Gezondheidsmonitor bleek destijds dat de Zuid-Limburgse bevolking, vergeleken met de rest van Nederland, het minst positief was over de eigen gezondheid. Ook was 52% van de inwoners te zwaar. Als reactie op dit onderzoek benoemde Edith Schippers, de toenmalige minister van VWS, 9 regio’s tot proeftuinen ‘Betere zorg met minder kosten’. In Zuid-Limburg startten 3 proeftuinen, waarvan 1 in Maastricht. Vandaaruit zijn in 2 stadsdelen poliklinieken opgezet, op initiatief van het MUMC+ en de overkoepelende huisartsenorganisatie ZIO.
Eenvoudige casuïstiek
Vosse: “In de stadspoli’s zien we mensen maximaal 2 keer. Het gaat om eenvoudige vragen waar de huisarts niet direct een antwoord op heeft, zoals mensen met gewrichtsklachten die willen weten of zij reuma hebben. Soms blijkt het artrose te zijn; dan kan ik alleen pijnstilling voorschrijven en zijn 2 consulten in de stadspoli voldoende. Inmiddels behandelen we alle niet-ontsteking gerelateerde vragen in de stadspoli’s. De behandeling van ontstekingsziekten is complexer, ze zijn vaak chronisch; deze patiënten worden behandeld in het ziekenhuis. Dit is meteen een punt van aandacht wat betreft onze artsen in opleiding: hoe zorgen we ervoor dat zij voldoende kennis opdoen over niet-ontsteking gerelateerde aandoeningen? Zij worden opgeleid in het ziekenhuis en niet op de stadspoli. Hier heb ik nu nog geen oplossing voor.”
Triage
Om de urgentie van een hulpvraag te kunnen bepalen kijken de reumatologen mee met de triage van de huisarts. Vosse: “Ik lees alle verwijsbrieven, beoordeel de ernst van de klachten, of het prioriteit heeft en hoeveel tijd de zorg rondom deze vraag kost. Op basis daarvan bepaal ik of de patiënt naar de stadspoli kan of dat ik deze persoon naar het ziekenhuis laat komen.” In 4 van de 5 gevallen blijkt doorverwijzing naar de tweede lijn niet nodig bij mensen die gezien worden op de stadspoli. De patiënt krijgt medicatie, een advies of wordt terugverwezen naar de eerste lijn.
Goede afspraken zorgverzekeraar
De consulten op de stadspoli’s vallen onder de huisartsenzorg: er wordt geen aanspraak gemaakt op het eigen risico van patiënten. Vosse: “Voor de patiënten die ik op de stadspoli zie, schrijf ik geen factuur. Hier moet je dus heel goede afspraken over maken met de zorgverzekeraar. Nu zijn wij een academisch ziekenhuis met een andere bekostiging dan een regulier ziekenhuis. Ik kan me voorstellen dat onze aanpak voor maatschappen minder aantrekkelijk is. Stel dat er op jaarbasis 700 nieuwe patiënten zijn, dan gaat dat om een behoorlijk bedrag aan inkomsten. Zomaar een deel van je omzet afstoten ten behoeve van de anderhalvelijnszorg, dat is nogal wat. Geld is een belangrijke factor in een goede organisatie. De inhoud begrijpt iedereen, het gaat met name om de juiste voorwaarden.”
Strakke regie
Daarnaast noemt Vosse strakke sturing als voorwaarde voor succes. “De poli’s zijn 50 weken per jaar open. Dit vraagt om een strakke planning en heldere werkafspraken. Ook proberen we als huisartsen, specialisten en paramedici dezelfde visie uit te dragen zodat de patiënt een consistent verhaal krijgt en steeds dezelfde voorlichting krijgt over de aandoening en de behandelmogelijkheden. Strakke regie is een must. Daarom is er een bestuur en zijn er regelmatig netwerkbijeenkomsten.”
Spilfunctie
“Van de nulde tot derde lijn, dus inclusief onderzoek, zetten we ons in om de bewegingsgezondheid van mensen in Limburg verbeteren”, vervolgt Vosse. “Als stadspoli vervullen we een spilfunctie. We hebben netwerken opgezet waar we mensen naar kunnen doorverwijzen. Op dit moment zijn er 3 fysiotherapienetwerken rond knie, schouder en rug en ontwikkelen we een netwerk voor mensen met chronische-pijnklachten waar geen eenduidige diagnose voor mogelijk is, zoals bij fibromyalgie. Ook verwijzen we door naar Maastricht Sport, waar mensen onder begeleiding in groepsverband kunnen sporten en bewegen, volledig gesubsidieerd door de gemeente. Het mooie is dat 75% van de mensen na 1 jaar nog steeds actief deelneemt aan een van de groepen.”
Winst voor de regio
“Het had tijd nodig om dit alles zo op te zetten, maar nu staat het!”, zegt Vosse. “Zeker gezien de wachtlijsten die wij in 2013 hadden was het voor ons een mooie oplossing een deel van de zorg te verplaatsen naar de huisartsenzorg. Ik zie ook duidelijk de meerwaarde voor onze patiënten. Ik denk dat het winst is voor onze regio. Op dit moment voeren we een onderzoek uit om ook wetenschappelijk aan te tonen dat de zorg kwalitatief goed is.”
Voor meer informatie: www.stadspoli.nl