Sutimlimab effectief bij koudeagglutinatieziekte

Delen via:

De resultaten van de CARDINAL-studie laten zien dat sutimlimab een effectieve behandeling is voor de meeste patiënten met koudeagglutinatieziekte, door het voorkomen van chronische hemolyse, het verhogen van de hemoglobinespiegel en het verbeteren van de kwaliteit van leven, met voornamelijk milde tot matige bijwerkingen.

Koudeagglutinatieziekte is een zeldzame auto-immuunziekte die wordt gekenmerkt door hemolyse veroorzaakt door activering van de klassieke complementroute. Sutimlimab, een gehumaniseerd monoklonaal antilichaam, richt zich selectief op het C1s-eiwit, een C1-complex serineprotease dat verantwoordelijk is voor het activeren van deze route. In deze open-label multicenterstudie werden de effectiviteit en veiligheid van intraveneus sutimlimab gedurende 26 weken beoordeeld bij patiënten met koudeagglutinatieziekte en een recente transfusiegeschiedenis. Het samengestelde primaire eindpunt was een normalisatie van het hemoglobinegehalte tot ≥ 12 g/dl of een verhoging van het hemoglobinegehalte ≥ 2 g/dl ten opzichte van baseline (gemeten als het gemiddelde van de waarde in week 23, 25 en 26), zonder bloedtransfusie of medicatie die in het protocol werd verboden.

Studiepopulatie

In totaal kregen 24 patiënten uit 16 centra in 8 landen ten minste één dosis sutimlimab. Van hen was 62% vrouw en de mediane leeftijd was 72 jaar (55-85). Het gemiddelde (± SD) aantal transfusies tijdens het voorgaande jaar was 4,8 ± 6,2 met een mediaan aantal van 2,0 (1,0-23,0). De gemiddelde baseline hemoglobinewaarde was 8,6 ± 1,6 g/dl. 15 patiënten (62%) waren in de 5 voorgaande jaren behandeld voor koudeagglutinatieziekte; 50% met rituximab, 42% met glucocorticoïden en 17% met een combinatie van rituximab en bendamustine.

Effectiviteit en veiligheid

13 patiënten (54%) voldeden aan de criteria voor het samengestelde primaire eindpunt. De gemiddelde toename van het hemoglobinegehalte was 2,6 g/dl. De gemiddelde hemoglobinewaarde steeg met 1,2 ± 1,3 g/dl in de eerste week van de behandeling en met 2,3 ± 1,5 g/dl in de derde week. Vanaf week 3 was het gemiddeld hemoglobinegehalte > 11 g/dl, dit werd behouden tot het einde van de studieperiode. De gemiddelde bilirubine-spiegel normaliseerde binnen 3 weken. In totaal hadden 17 patiënten (71%) geen transfusie nodig tussen week 5 en week 26. Een klinisch relevante vermindering van vermoeidheid werd waargenomen in week 1 en dit bleef zo gedurende het hele onderzoek. In de eerste week van de behandeling werd ook de activiteit in de klassieke complementroute bijna volledig geremd, zoals beoordeeld met de Wieslab Complement System Classical Pathway assay. Deze verlaagde activiteit viel samen met verhoogde hemoglobine-spiegels, verlaagde bilirubine-spiegels en afname van de vermoeidheid. Bij 22 patiënten (92%) trad ten minste één bijwerking op tijdens de behandelperiode. Zeven patiënten (29%) hadden ten minste één ernstige bijwerking, waarvan geen enkele door de onderzoekers werd beoordeeld als gerelateerd aan sutimlimab. Er traden geen meningokokkeninfecties op.

Bron:

Röth A, Barcellini W, D’Sa S, et al. Sutimlimab in Cold Agglutinin Disease. N Engl J Med. 2021;384:1323-34.

Telaglenastat in combinatie met azacitidine bij hoogrisico MDS

feb 2025 | MDS

Lees meer over Telaglenastat in combinatie met azacitidine bij hoogrisico MDS

Patiënten met CVT hebben verhoogd risico op kanker

feb 2025 | Benigne hematologie, Neuro-vasculair

Lees meer over Patiënten met CVT hebben verhoogd risico op kanker

Beti-cel bij transfusie-afhankelijke ernstige bètathalassemie met β0 en β+IVS-I-110 genotypes

feb 2025 | Benigne hematologie

Lees meer over Beti-cel bij transfusie-afhankelijke ernstige bètathalassemie met β0 en β+IVS-I-110 genotypes

Nieuwe inzichten en technieken voor detectie en behandeling van lymfeklieruitzaaiingen bij prostaatkanker

feb 2025 | Uro-oncologie

Lees meer over Nieuwe inzichten en technieken voor detectie en behandeling van lymfeklieruitzaaiingen bij prostaatkanker

Plaatsbepaling nieuwe middelen bij folliculair lymfoom

feb 2025 | Lymfoom

Lees meer over Plaatsbepaling nieuwe middelen bij folliculair lymfoom

Celvrij DNA heeft meerwaarde bij diagnose en monitoring

feb 2025 | Bacteriële infecties, Stamceltransplantatie, Virale infecties

Lees meer over Celvrij DNA heeft meerwaarde bij diagnose en monitoring