De aanwezigheid van tumorinfiltrerende T-cellen (TIL’s) heeft een sterk prognostische waarde voor patiënten met vroegstadium tripelnegatieve borstkanker. Dat is gebleken in een studie van Veerle Geurts en collega’s (Nederlands Kanker Instituut, Amsterdam). Zij hield hierover een posterpresentatie op het recente San Antonio Breast Cancer Symposium. “We hopen op termijn voor alle vroegstadium borstkankerpatiënten TIL’s te gaan bepalen.”
TIL’s spelen een steeds belangrijkere rol bij de behandeling van borstkanker. Ze worden gezien als maat voor de natuurlijke afweerreactie tegen de tumor. Maar zeggen TIL’s ook iets over de prognose van de patiënt of over de kans van slagen van de behandeling? “Onderzoek daarnaar is met name gestart bij tripelnegatieve borstkanker. Tot een aantal jaren geleden was dat subtype van borstkanker lastig te behandelen”, zegt Geurts. “Maar er wordt steeds meer bekend over deze vorm van borstkanker. Het is gebleken dat tripelnegatieve borstkanker vaak TIL’s heeft. Van die eigenschap willen we gebruikmaken om de behandeling voor deze patiënten te optimaliseren. TIL’s zijn wellicht te gebruiken als zowel prognostische als preventieve biomarker.”
Goede overleving
Onderzoek naar de hoeveelheid TIL’s in tumorweefsel gebeurde aanvankelijk bij patiënten die worden behandeld met chemotherapie. Bij veel TIL’s reageerden patiënten goed op die behandeling en bleken zij een goede overleving te hebben. Ook in het recente promotieonderzoek van Vincent de Jong in het Antoni van Leeuwenhoek bleek de waarde van TIL’s, vertelt Geurts. “Hij deed onderzoek bij vrouwen onder de leeftijd van 40 jaar met tripelnegatieve borstkanker die in het verleden wel zijn behandeld met chirurgie en radiotherapie maar niet met chemotherapie. Bij ongeveer 20% daarvan werden veel immuuncellen gevonden rondom de tumor. Zij hadden zonder chemotherapie een goede overlevingskans. Wellicht kunnen TIL’s worden gebruikt om te onderzoeken welke patiënten minder of zelfs geen chemotherapie meer nodig hebben.”
Dit onderzoek was een startpunt voor de studie van Geurts en haar collega’s. Zij onderzochten eveneens de prognostische waarde van TIL’s. Zijn die te gebruiken als biomarker bij stadium I tripelnegatieve borstkanker (tumor max. 2 cm, geen uitzaaiingen naar de lymfeklieren)? “De internationale behandelrichtlijnen zijn niet eenduidig over de behandeling met chemotherapie van deze patiëntengroep. Eerder onderzocht dr. Tessa Steenbruggen in het Nederlands Kanker Instituut wat het voordeel is op overleving bij behandeling met chemotherapie. Het bleek dat in deze groep met vroege borstkanker niet alle patiënten baat hebben bij chemotherapie. Daarom hebben we gezocht naar een biomarker die bij deze behandelbeslissing kan ondersteunen.”
Sterke afweerreactie
De studie is gedaan met data uit de Nederlandse Kanker Registratie en de nationale pathologiedatabase PALGA. De onderzochte patiëntengroep waren vrouwen die tussen 2005 en 2015 zijn gediagnosticeerd met stadium I tripelnegatieve borstkanker en direct zijn geopereerd, zonder chemotherapie. Van deze patiënten is weefsel opgevraagd dat op aanwezigheid van TIL’s is beoordeeld door een patholoog. Dat is gelukt voor 1.041 patiënten. De gegevens zijn vervolgens gerelateerd aan overleving. Geurts: “Het bleek dat patiënten met meer dan 30% TIL’s rondom de tumor een betere 10-jaars borstkankerspecifieke overleving hadden dan patiënten met minder dan 30% TIL’s. We hebben daarna de gehele groep onderverdeeld naar 1a/b- en 1c-tumoren. Het blijkt dat met name patiënten met een T1c-tumor (tumorgrootte tussen 1 en 2 cm) en meer dan 50% TIL’s een betere 10-jaarsoverleving hebben dan patiënten met minder dan 50% TIL’s. Die overleving, dus zonder behandeling met chemotherapie, was 95% en dat steeg verder naar 98% bij meer dan 75% TIL’s. De 10-jaars borstkankerspecifieke overleving bij minder dan 30% TIL’s is 83%.”
Een deel van de patiënten met stadium I tripelnegatieve borstkanker heeft dus een sterke afweerreactie tegen de tumor, waardoor mogelijk alleen opereren voldoende is. Een bijzondere bevinding, vindt Geurts. “Een deel van deze vrouwen heeft een goede overleving zonder behandeling met chemotherapie. In het werkveld van borstkanker is dit dan ook met interesse ontvangen. Minder of niet behandelen met chemotherapie bespaart de patiënt veel bijwerkingen. In onze studie had het merendeel van de patiënten minder dan 30% TIL’s, maar zo’n 15 procent had meer dan 75%. Onze resultaten zouden we graag in een prospectieve studie willen bevestigen. Binnenkort start daarvoor de OPTIMAL-studie, waaraan veel Nederlandse centra deelnemen.”
Werkgroep
TIL’s worden met name gevonden bij tripelnegatieve borstkanker en her2-positieve borstkanker, en in mindere mate bij het hormoongevoelige subtype. Bij tripelnegatieve borstkanker is het onderzoeksveld nu sterk in ontwikkeling, maar ook bij de andere subtypen wordt er onderzoek naar gedaan, weet Geurts. “TIL’s zijn goed zichtbaar te maken in bioptweefsel. Dat gebeurt met dezelfde kleuring als waarmee we kankercellen zichtbaar maken. Inmiddels is een internationale werkgroep opgericht, de TILs in breast cancer working group (www.tilsinbreastcancer.org) die richtlijnen heeft opgesteld om TIL’s te bepalen. Die staan op de website van de werkgroep, met ook video’s met uitleg. Zo kan iedere patholoog de bepaling op dezelfde manier doen.”
Dynamisch
Een biopt met TIL’s is een momentopname. Er is nog niet veel bekend over het beloop van het aantal TIL’s in tumorweefsel met de tijd. In welk stadium komen zij in of rond de tumor? Verandert het aantal met de tijd of gedurende een behandeling? Daarnaar wordt eveneens onderzoek gedaan, vertelt Veerle Geurts. “We weten inmiddels dat het niet alleen van belang is dát er TIL’s zijn, maar ook waar die zich bevinden ten opzichte van de kankercellen. We zien ook veranderingen van aantallen TIL’s gedurende een behandeling. Dat roept weer nieuwe vragen op. Is er bijvoorbeeld verschil in TIL’s tussen responders en non-responders en maakt het uit welke behandeling wordt gegeven? De aanwezigheid van TIL’s wordt zo steeds meer een dynamisch geheel.”
Dit interview is verschenen in MedNet Oncologie – Special Borstkanker 2024. Ook deze artikelen zijn in de Special Borstkanker verschenen: