Volgens een Duitse studie kan training van de ademhalingsspieren een gunstig effect hebben op hardnekkige inspanningsbenauwheid bij long COVID. Het is volgens de onderzoekers de eerste studie die een mogelijke behandeling laat zien voor deze patiënten. De studie levert ook een mogelijke pathofysiologische verklaring voor het effect van de behandeling.
Bij long COVID kan zwakte van de middenrifspier een oorzaak zijn van hardnekkige benauwdheid bij inspanning ondanks normale long- en hartfunctie. In de studie is 2 jaar na ziekenhuisopname de aanhoudendheid en het pathofysiologisch karakter van zwakte van de middenrifspier bepaald en het verband met hardnekkige benauwdheid bij inspanning. Het tweede doel was het effect te onderzoeken van ‘inspiratory muscle training’ (IMT) op zwakte van ademhalingsspieren en middenrifspier en op inspanningsbenauwheid bij long COVID.
Er waren 30 deelnemers (11 vrouw en 19 man; gemiddelde leeftijd 58 jaar). Zij ondergingen uitvoerige (invasieve) bepaling van ademhalingsspieren en evaluatie van de benauwdheid. Van hen werden 18 deelnemers met aanhoudende zwakte van de middenrifspier en inspanningsbenauwdheid gerandomiseerd voor 6 weken IMT of onechte training. De bepalingen werden opnieuw gedaan meteen na training en 6 weken later. Primair eindpunt was verandering in vermoeibaarheid van ademhalingsspieren meteen na IMT.
Gemiddeld 31 maanden na ziekenhuisopname meldden 21 van de 30 deelnemers relevante hardnekkige inspanningsbenauwdheid. Dat kwam mogelijk door zwakte van de middenrifspier bij inspanning en verminderde corticale activatie in het middenrif. Vergeleken met de onechte training gaf IMT verbetering op het functioneren van ademhalingsspieren en de middenrifspier, vermoeibaarheid van ademhalingsspieren, benauwdheid en de middenrifactivatie-index. De verbeteringen hielden 6 weken aan na afronding van IMT.
Bron: