Kanker, de aanwezigheid van een centraal-veneuze katheter, een hogere leeftijd en de diagnose MIS-C zijn risicofactoren voor trombose bij kinderen en adolescenten met COVID-19 of MIS-C. Dat blijkt uit een multicenter retrospectief cohortonderzoek naar de incidentie van trombose bij kinderen die in het ziekenhuis zijn opgenomen met een van beide aandoeningen. De mortaliteit bij kinderen en adolescenten die trombose ontwikkelden was hoog (28%).
COVID-19 wordt in verband gebracht met trombotische complicaties bij volwassenen, maar over de incidentie van COVID-19-gerelateerde trombose bij kinderen en adolescenten is minder bekend. De meeste kinderen met acute COVID-19 hebben milde ziekte, hoewel coagulopathie wordt genoemd als mogelijk kenmerk van ‘multisystem inflammatory syndrome in children’ (MIS-C), een postinfectieuze complicatie. Het doel van dit multicenter retrospectieve cohortonderzoek was om de incidentie van trombotische complicaties te bepalen bij kinderen en adolescenten die in het ziekenhuis zijn opgenomen met COVID-19 of MIS-C. Daarnaast werden risicofactoren geassocieerd met trombose beoordeeld en richtlijnen voor tromboprofylaxe beschreven.
MIS-C ≥ 12 jaar
Patiënten werden voor deze analyse geclassificeerd als: COVID-19, MIS-C of asymptomatische SARS-CoV-2-infectie. Onder de in totaal 853 opnames (COVID-19: n = 426; MIS-C: n = 138 en asymptomatisch SARS-CoV-2: n = 289) bij 814 patiënten, waren 20 patiënten met trombotische events (TE’s; waaronder 1 stroke). Bij patiënten met MIS-C was de incidentie het hoogst (9 van 138; 6,5%), in vergelijking met patiënten met COVID-19 (9 van 426; 2,1%) of een asymptomatische SARS-CoV-2-infectie (2 van 289; 0,7%). Bij patiënten met COVID-19 of MIS-C trad de meerderheid van de TE’s (89%) op bij patiënten ≥ 12 jaar. Patiënten ≥ 12 jaar met MIS-C hadden het hoogste trombosepercentage, namelijk 19% (9 van 48). De onderzoekers benadrukken dat 71% van de TE’s die niet aanwezig waren bij opname, optrad ondanks tromboprofylaxe. Multivariabele analyse identificeerde de volgende factoren als significant geassocieerd met trombose: leeftijd ≥ 12 jaar, kanker, aanwezigheid van een centraal-veneuze katheter en de diagnose MIS-C. Bij patiënten met COVID-19 of MIS-C was de ziekenhuissterfte 2,3% (13 van 564); bij patiënten met TE’s was dit echter 28% (5 van 18).
Bron: