Hooggedoseerde chemotherapie en autologe hematopoëtische stamceltransplantatie (HSCT) zijn geassocieerd met een verhoogd risico op niet-melanoom huidkanker en myelodysplastisch syndroom (MDS) of acute myeloïde leukemie (AML), maar niet met een verhoogd risico op solide tumoren, bij patiënten die voor lymfoom worden behandeld. Dat blijkt uit een Deense retrospectieve cohortstudie.
Patiënten ≥ 18 jaar met een agressief lymfoom die tussen 2001 en 2017 in Denemarken hooggedoseerde chemotherapie en autologe HSCT kregen, werden 1:5 gematcht – op geboortejaar en geslacht – met controlepersonen uit de algemene bevolking. Het belangrijkste eindpunt was de incidentie van tweede primaire maligniteiten.
Er werden 803 patiënten (waarvan 67% man) en 4.015 gematchte controlepersonen (67% man) geïncludeerd. De mediane follow-up was 7,76 jaar (IQR 4,77-11,73). Het percentage tweede primaire maligniteiten was hoger bij patiënten die hoge doses chemotherapie en autologe HSCT kregen dan bij gematchte controlepersonen (gecorrigeerde HR 2,35; 95%-BI 1,93-2,87; p < 0,0001). Patiënten die hoge doses chemotherapie en autologe HSCT kregen, hadden vaker niet-melanoom huidkanker (2,94; 2,10-4,11; p < 0,0001) en MDS of AML (41,13; 15,77-107,30; p < 0,0001) dan gematchte controlepersonen. Er was echter geen significant verschil in percentages solide tumoren (1,21; 0,89-1,64; p = 0,24). Het cumulatieve risico op een tweede primaire maligniteit na 10 jaar was 20% (95%-BI 17-23) bij patiënten, ten opzichte van 14% (13-15) bij gematchte controlepersonen. Hooggedoseerde chemotherapie en autologe HSCT waren geassocieerd met een verhoogd risico op tweede primaire maligniteiten, wanneer geanalyseerd als een tijdsafhankelijke blootstelling vanaf de lymfoomdiagnose (gecorrigeerde HR 1,58; 95%-BI 1,14-2,17; p = 0,0054).
Bron: