Onderzoekers uit acht landen concluderen in The Lancet Haematology dat meer dan een kwart van de patiënten die CAR T-celtherapie krijgen, wordt opgenomen op de intensive care voor cytokinereleasesyndroom, ICANS of sepsis. Deze drie syndromen resulteerden in een 90-dagenmortaliteit van 22,4%.
Het doel van deze internationale observationele cohortstudie (CARTTAS) was om de behandeling van ernstig zieke CAR T-cel-ontvangers op de intensive care te beschrijven. Het onderzoek werd uitgevoerd op 21 ic-afdelingen in Frankrijk, Spanje, VS, VK, Rusland, Canada, Duitsland en Oostenrijk bij patiënten ≥ 18 jaar die in de voorgaande 30 dagen CAR T-celtherapie hadden gekregen en op de ic moesten worden opgenomen. Het primaire eindpunt was de mortaliteit na 90 dagen. Factoren die waren geassocieerd met mortaliteit werden geïdentificeerd met behulp van een Cox proportional hazard model. In totaal kregen tussen februari 2018 en februari 2020 942 patiënten CAR T-celtherapie, onder wie 803 (85%) voor een diffuus B-cel of folliculair lymfoom, 106 (11%) voor B-cel ALL en 33 (4%) voor multipel myeloom. Van de 258 patiënten (27%) die op de ic moesten worden opgenomen werden er 241 (26%) opgenomen in het CARTTAS-register. Opname op de ic was nodig bij 27,2% van de patiënten met een B-cel of folliculair lymfoom, bij 32,1% van de patiënten met ALL en bij 15,2% van de MM-patiënten.
CRS en ICANS
De mediane follow-up was 95 dagen (IQR 93-97), de 90-dagenmortaliteit 22,4% (95%-BI 17,1-27,7) en de ic-mortaliteit 5,8% (2,9-8,8). Ic-opname vond plaats binnen een mediane periode van 4,5 dagen (IQR 2,0-7,0) na de CAR T-celinfusie. Bij de eerste evaluatie bij opname werd cytokinereleasesyndroom (CRS) vastgesteld bij 101 patiënten (42%), immune effector cell-associated neurotoxicity syndrome (ICANS) bij 7 (3%) en CRS plus ICANS bij 93 patiënten (39%). Binnen 1 dag na de ic-opname werd graad 3-4 CRS vastgesteld bij 50 van 200 patiënten (25%) en graad 3-4 ICANS bij 38 van 108 patiënten (35%). 30 patiënten (12%) ontwikkelden een bacteriële infectie. Levensreddende behandelingen werden gebruikt bij 75 patiënten (31%) binnen 24 uur na de ic-opname, het ging voornamelijk om vasoactieve medicatie (27%). Factoren die in multivariabele analyse onafhankelijk waren geassocieerd met de 90-dagenmortaliteit waren frailty (HR 2,51; 95%-BI 1,37-4,57), bacteriële infectie (2,12; 1,11-4,08) en levensreddende therapie binnen 24 uur na opname (1,80; 1,05-3,10).
Ook interessant voor u: Idecabtagene vicleucel bij gerecidiveerd en refractair multipel myeloom
Bron: