Onderzoekers van Amsterdam UMC en Utrecht UMC ontdekten dat de bacterie Prevotella timonensis, die voorkomt bij bacteriële vaginose, de kans op een hiv-infectie sterk verhoogt. Het onderzoek is onlangs gepubliceerd in The EMBO Journal.
In 2020 werd de helft van de nieuwe hiv-infecties vastgesteld bij meisjes en vrouwen. Zij raakten meestal besmet via onbeschermd seksueel contact. Bacteriële vaginose verhoogt de kans op hiv-besmetting. Zelfs PrEP kan hiv-infectie bij vrouwen met bacteriële vaginose niet goed voorkomen. Hoe het komt dat bacteriële vaginose leidt tot een verhoogde kans op een hiv-besmetting is niet duidelijk.
De onderzoekers ontdekten dat de bacterie Prevotella timonensis de kans op besmetting sterk verhoogt. In vaginale slijmvliezen komen Langerhanscellen voor; P. timonensis verandert deze afweercel echter in een opslagplaats waar het virus beschermd wordt en waarvandaan het virus vervolgens door het lichaam verspreid kan worden. Ook laten de onderzoekers zien dat hiv ongevoelig is voor PrEP als het zich in deze opslagcellen bevindt.
Deze ontdekkingen bevestigen het belang van een goede behandeling van bacteriële vaginose en suggereert dat het screenen op de specifieke bacterie P. timonensis kan leiden tot het verlagen van het risico op hiv onder meisjes en vrouwen.
Bron: