In deze niet-gerandomiseerde studie was combinatietherapie met carfilzomib, lenalidomide, dexamethason en daratumumab geassocieerd met hoge percentages MRD-negativiteit en een goede PFS bij patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom.
In de MANHATTAN-trial werden de veiligheid en effectiviteit van de toevoeging van daratumumab aan de combinatie carfilzomib, lenalidomide en dexamethason onderzocht bij patiënten met nieuw gediagnosticeerd multipel myeloom, die geen hooggedoseerde melfalan en autologe hemopoëtische celtransplantatie hadden gekregen. Het onderzoek werd uitgevoerd in het Memorial Sloan Kettering Cancer Center in New York bij patiënten die tussen 1 oktober 2018 en 15 november 2019 werden geïncludeerd. De mediane follow-up vanaf het begin van de behandeling was 20,3 maanden (95%-BI 19,2-21,9). Deelnemers kregen 8 kuren van 28 dagen met i.v. carfilzomib, 20/56 mg/m2 (dag 1, 8 en 15); oraal lenalidomide, 25 mg (dag 1-21); dexamethason, 40 mg wekelijks, oraal of i.v. (cycli 1-4), en 20 mg na cyclus 4; en i.v. daratumumab, 16 mg/kg (dag 1, 8, 15 en 22 van cyclus 1-2; dag 1 en 15 van cyclus 3-6 en dag 1 van cyclus 7 en 8). Het primaire eindpunt was het percentage patiënten dat MRD-negatief was. Secundaire eindpunten waren onder meer de veiligheid en verdraaglijkheid, de klinische responspercentages volgens de International Myeloma Working Group, de progressievrije (PFS) en totale overleving (OS).
MRD-negatief
In totaal werden 41 patiënten geïncludeerd met een mediane leeftijd van 59 jaar (30-70); 25 deelnemers (61%) waren vrouw en 20 patiënten (49%) hadden een hoog risico multipel myeloom. Het primaire eindpunt werd bereikt bij 29 van de 41 patiënten (71%; 95%-BI 54-83); de studie werd daarmee als succesvol beschouwd. De mediane tijd tot MRD-negativiteit was 6 cycli. Het totale responspercentage en het percentage met een zeer goede partiële of complete respons was respectievelijk 100 (41 van 41 patiënten) en 95 (39 van 41 patiënten). De PFS en OS na 1 jaar werden geschat op respectievelijk 98 en 100%. De meest voorkomende (≥ 2 patiënten) graad 3 of 4 bijwerkingen waren neutropenie (12 patiënten; 27%), huiduitslag (4 patiënten; 9%), longinfectie (3 patiënten; 7%) en een verhoogd alanineaminotransferase (2 patiënten; 4%). Geen van de patiënten overleed tijdens het onderzoek.
Bron: