In haar proefschrift geeft Fenne van den Bunder adviezen over het stellen van de diagnose pylorushypertrofie bij kinderen. Ook geeft ze suggesties over de mate en manier van corrigeren van de biochemische afwijkingen en over ademhalingsbewaking rondom de operatie.
Pylorushypertrofie is een aandoening waarbij de musculaire distale opening van de maag verdikt is. De hypertrofie veroorzaakt een obstructie met disfunctie van de maaglediging, wat leidt tot ophoping van voedsel in de maag en vervolgens (projectiel)braken. Aanhoudend braken kan leiden tot ernstig verlies van vocht, zuren en elektrolyten, wat resulteert in uitdroging en metabole alkalose.
Tijdens haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Amsterdam vond Van den Bunder dat de prevalentie van pylorushypertrofie bij baby’s 1,28 op de 1000 kinderen is. Om de obstructie op te heffen, worden zuigelingen met infantiele hypertrofische pylorusstenose behandeld met een open of laparoscopische pyloromyotomie. Het is belangrijk om, voordat de anesthesie wordt toegediend, uitdroging en metabole afwijkingen te corrigeren. Een metabole alkalose kan namelijk de centrale regulatie van ademhaling beïnvloeden, wat kan leiden tot perioperatieve ademhalingsproblemen.
Naar aanleiding van deze studies is de zorg voor kinderen met pylorushypertrofie verbeterd. In het Amsterdam UMC is een nieuw protocol ingevoerd, om de behandeling van de aandoening veiliger en efficiënter te maken.
Bron:
Van den Bunder FAIM. Infantile hypertrophic pyloric stenosis: improvement of perioperative care. Proefschrift, Universiteit van Amsterdam, 7 april 2022.