Constitutioneel eczeem in de vroege kinderjaren is geassocieerd met een verhoogd risico op inflammatoire darmziekten (IBD), zo concluderen onderzoekers uit Noorwegen en Zweden in The Journal of Pediatrics. Voor andere atopische manifestaties werd geen significante associatie met IBD gevonden.
In deze Scandinavische geboortecohortstudie werd de relatie onderzocht tussen atopische manifestaties in de vroege kinderjaren en het latere risico op IBD. De studie omvatte gegevens van 83.311 kinderen uit de All Babies in Southeast Sweden (ABIS) en de Norwegian Mother, Father, and Child (MoBa) cohorten, met een gemiddelde follow-upperiode van respectievelijk 19,2 en 13,5 jaar. Door middel van gevalideerde vragenlijsten rapporteerden ouders prospectief over de aanwezigheid van astma, voedselallergie, constitutioneel eczeem en allergische rinitis op de leeftijd van 3 jaar. Via een koppeling met de Zweedse en Noorse nationale patiëntenregisters konden deelnemers met IBD worden geïdentificeerd.
Tijdens 1.174.756 persoonsjaren aan follow-up kregen 301 deelnemers de diagnose IBD. Kinderen met constitutioneel eczeem op 3-jarige leeftijd hadden een verhoogd risico op IBD (gepoolde aHR 1,46; 95%-BI 1,13-1,88), ziekte van Crohn (gepoolde aHR 1,53; 95%-BI 1,04-2,26) en colitis ulcerosa (gepoolde aHR 1,78; 95%-BI 1,15-2,75). Andere atopische manifestaties, zoals astma, voedselallergie en allergische rinitis, vertoonden geen significante associatie met IBD.
Deze bevindingen suggereren dat constitutioneel eczeem in de vroege kinderjaren een specifieke risicofactor kan zijn voor de ontwikkeling van IBD, wat wijst op gedeelde etiologische kenmerken tussen deze aandoeningen. Dit inzicht kan bijdragen aan het identificeren van personen met een verhoogd risico op IBD en het bevorderen van onderzoek naar de onderliggende mechanismen.