Resultaten van de CanCOLD-studie, die in AJRCCM verschenen, tonen aan dat een verminderde ademhalingsefficiëntie bij inspanning dyspneu en inspanningsbeperking kan veroorzaken, zelfs bij milde COPD.
De deelnemers werden willekeurig uit de populatie gerekruteerd en ondergingen een klinische evaluatie, longfunctiemetingen, cardiopulmonale inspanningstesten en een CT-thorax. Een verminderde ademhalingsefficiëntie bij inspanning werd gedefinieerd door een nadir-CO2 boven de bovengrens van normaal (ULN).
Onder de deelnemers hadden 445 personen nooit gerookt, 381 ooit gerookt, maar geen luchtwegobstructie, 224 personen COPD GOLD-stadium 1 en 200 GOLD-stadium 2-4. Deelnemers met een CO2 boven de ULN hadden meer kans op kortademigheid bij inspanning (dyspneuschaal van de Medical Research Council ≥ 2; OR 1,77) en een afwijkend lage piek-O2 onder de ondergrens van normaal (OR 4,58). De Kco had een sterkere correlatie met nadir-CO2 (r = -0,38; p < 0,001) dan andere relevante metingen van de longfunctie en de CT-scan.
De prevalentie van een CO2 boven de ULN was 24% bij COPD. Dit percentage was vergelijkbaar bij personen met COPD GOLD 1 en 2-4. De prevalentie bij COPD-patiënten was hoger dan bij niet-rokers (13%) en ooit-rokers (12%).
Bron:
Phillips DB, Elbehairy AF, James MD, et al. Impaired Ventilatory Efficiency, Dyspnea, and Exercise Intolerance in Chronic Obstructive Pulmonary Disease: Results from the CanCOLD Study. Am J Respir Crit Care Med. 2022;205:1391-1402.