Een Nederlandse cohortstudie laat zien dat baselinekenmerken en mutatieprofielen verschillen tussen AYA’s en oudere volwassenen met een gevorderd melanoom, wat in de praktijk leidt tot verschillende behandelkeuzes.
Vergeleken met oudere volwassenen waren AYA’s vaker vrouw (51% versus 40%; p = 0,001) en hadden ze een betere ECOG Performance Status (0 bij 54% versus 45%; p = 0,004). BRAF– en NRAS-mutaties bleken leeftijdsafhankelijk, met meer BRAF V600-mutaties bij AYA’s (68% versus 46%) en meer NRAS-mutaties bij oudere volwassenen (13% versus 21%); p < 0,001.
Deze bevindingen vertaalden zich in verschillende eerstelijnsbehandelingen, waarbij AYA’s meer targeted therapie kregen. Zodra de behandeling was gestart, vertoonden AYA’s en oudere volwassenen een vergelijkbare tumorrespons en melanoomspecifieke overleving.