In een populatiegebaseerde studie in IJsland hadden kinderen jonger dan 10 jaar en vrouwen een lagere incidentie van SARS-CoV-2-infectie dan adolescenten of volwassenen en mannen.
Eind februari werd in IJsland de eerste infectie met SARS-CoV-2 bevestigd bij een persoon die onlangs was teruggekeerd uit Noord-Italië. In dit onderzoek werden twee strategieën gebruikt voor het screenen op het virus, namelijk het gericht testen van hoogrisicopersonen en populatiescreening, waarbij ook twee strategieën werden gehanteerd: een open uitnodiging aan alle inwoners en het versturen van uitnodigingen aan 6782 random gekozen inwoners.
Op 4 april hadden 1221 van de 9199 geteste personen (13,3%) een positieve test voor SARS-CoV-2. Van de personen die werden getest in de algemene bevolking testten 87 (0,8%) respondenten van de open uitnodiging en 13 (0,6%) in de random screening positief voor het virus. In totaal werd 6% van de populatie gescreend. De meeste personen die gericht werden getest en vroeg in de studie positief testten, hadden recent internationaal gereisd, in tegenstelling tot de personen die later in de studie positief testten. Bij het gericht testten van hoogrisicopersonen hadden kinderen < 10 jaar minder vaak een positief testresultaat (6,7%) dan personen ≥ 10 jaar (13,7%). In de populatiescreening had geen van de kinderen < 10 jaar een positieve test, ten opzichte van 0,8% van de personen ≥ 10 jaar. Vrouwen hadden minder vaak een positief testresultaat dan mannen, zowel bij gericht testen (11,0% vs. 16,7%) als in de populatiescreening (0,6% vs. 0,9%). De haplotypes die werden gevonden, waren divers en veranderden over de tijd. Het percentage geïnfecteerde deelnemers dat werd vastgesteld met populatiescreening bleef stabiel gedurende de testperiode van 20 dagen.
Bron:
Gudbjartsson DF, Helgason A, Jonsson H, et al. Spread of SARS-CoV-2 in the Icelandic Population. N Engl J Med. 2020 Apr 14. [Epub ahead of print]