Een observationele analyse van 7 gekoppelde longitudinale studies in Engeland laat zien dat personen bij wie de toegang tot zorg was verstoord tijdens de COVID-19-pandemie een grotere kans hadden op een potentieel vermijdbare ziekenhuisopname.
Het is bekend dat tijdens de COVID-19-pandemie door toenemende druk op de gezondheidszorg en angst voor besmetting veel planbare zorg werd uit- of afgesteld. Het doel van deze observationele analyse was om te onderzoeken of er een associatie bestaat tussen het ervaren van een verstoorde toegang tot zorg tijdens de pandemie en het risico op een vermijdbare ziekenhuisopname. Daarvoor werden gegevens gebruikt van 29.276 personen over de periode maart 2020 tot augustus 2022. Een vermijdbare ziekenhuisopname werd gedefinieerd als een niet-geplande opname die mogelijk voorkomen had kunnen worden door het tijdig leveren van zorg. Hierbij werd onderscheid gemaakt in opnames voor ‘ambulatory care sensitive’ aandoeningen waarvoor in theorie nooit een ziekenhuisopname nodig zou hoeven zijn, en ‘emergency urgent care sensitive’ aandoeningen, waarbij het gaat om exacerbaties van ernstigere aandoeningen die mogelijk kunnen leiden tot een ziekenhuisopname, maar wat door goede en tijdige ‘community care’ tot het minimum beperkt moet worden.
9742 deelnemers rapporteerden een vorm van verstoorde toegang tot de gezondheidszorg tijdens de COVID-19-pandemie. Zij hadden een verhoogd risico op een ziekenhuisopname voor alle (OR 1,80; 95%-BI 1,39-2,34), acute (2,01; 1,39-2,92) en chronische (1,80; 1,31-2,48) ambulatory care sensitive-aandoeningen. Personen die specifiek een verstoring meldden in de toegang tot geneesmiddelen of afspraken, hadden een hoger risico om te worden opgenomen voor een ambulatory care sensitive-aandoening. Personen die een verstoring meldden in de toegang tot ingrepen, werden vaker opgenomen voor een chronische ambulatory care sensitive- of een emergency urgent care sensitive-aandoening.