In een gerandomiseerde studie in India was een voedingsinterventie geassocieerd met een substantiële afname van de tuberculose-incidentie bij huishoudcontacten van patiënten.
In dit open-label, clustergerandomiseerde gecontroleerde onderzoek werden huisgenoten van 2800 volwassenen met microbiologisch bevestigde longtuberculose uit 28 tuberculose-units geïncludeerd. Deze units werden 1:1 gerandomiseerd naar de controle- of de interventiegroep. Hoewel de patiënten in beide groepen gedurende 6 maanden voedselpakketten (1200 kcal, 52 gram eiwit per dag, plus supplementen) kregen, ontvingen alleen huisgenoten in de interventiegroep deze pakketten (750 kcal, 23 gram eiwit, plus supplementen). Alle deelnemers werden tot 31 juli 2022 actief gevolgd voor het primaire eindpunt: de ontwikkeling van tuberculose (alle vormen).
Tussen augustus 2019 en januari 2021 konden 5328 huishoudcontacten in de interventiegroep en 4283 in de controlegroep worden beoordeeld voor de primaire uitkomst. 34% van hen was ondervoed. Gedurende een periode van 21.869 persoonsjaren werd bij 218 huisgenoten (2,1%) de diagnose tuberculose gesteld. 122 gevallen waren in de controlegroep (2,6%; 95%-BI 2,2-3,1; incidentie 1,27 per 100 persoonsjaren) en 96 gevallen in de interventiegroep (1,7%; 1,4-2,1; 0,78 per 100 persoonsjaren). 152 van de 218 gevallen (69,7%) hadden microbiologisch bevestigde longtuberculose. De incidentie van tuberculose (alle vormen) in de interventiegroep had een gecorrigeerde IRR van 0,61 (95%-BI 0,43-0,85; aHR 0,59; 0,42-0,83), met een nog grotere afname van de incidentie van microbiologisch bevestigde longtuberculose (aIRR 0,52; 0,35-0,79; aHR 0,51; 0,34-0,78). Dit vertaalde zich in een relatieve reductie van de tuberculose-incidentie van 39% (alle vormen) tot 48% (microbiologisch bevestigde longtuberculose) in de interventiegroep. Naar schatting zouden 30 huishoudens (111 huishoudcontacten) van voedingsondersteuning moeten worden voorzien om 1 geval van tuberculose te voorkomen.
Bron: