Bij hoogrisicopatiënten met milde tot matige COVID-19-klachten verminderde sotrovimab het risico op ziekteprogressie. Dat is gebleken uit de COMET-ICE-studie, waarvan de resultaten in The New England Journal of Medicine verschenen.
Sotrovimab is een monoklonaal antilichaam dat SARS-CoV-2 en andere sarbecovirussen neutraliseert en is ontworpen om de progressie van COVID-19 bij hoogrisicopatiënten vroeg in het ziektebeloop te voorkomen. In deze lopende, multicenter, dubbelblinde fase III-studie werden niet-gehospitaliseerde patiënten met symptomatische COVID-19 (≤ 5 dagen na het begin van de symptomen) en ten minste 1 risicofactor voor ziekteprogressie 1:1 gerandomiseerd naar een eenmalige infusie van sotrovimab (500 mg) of placebo. De primaire uitkomst was ziekenhuisopname (gedurende > 24 uur) of overlijden binnen 29 dagen na randomisatie.
In deze vooraf gespecificeerde tussentijdse analyse, met een ‘intention to treat’-populatie van 583 patiënten (291 in de sotrovimab-groep en 292 in de placebogroep), bereikten 3 patiënten (1%) in de sotrovimab-groep en 21 patiënten (7%) in de placebogroep het primaire eindpunt van ziekteprogressie die leidde tot ziekenhuisopname of overlijden (relatieve risicoreductie: 85%; 97,24%-BI 44-96; p = 0,002). In de placebogroep werden 5 patiënten opgenomen op de ic; van hen overleed er 1 op dag 29. De veiligheid werd beoordeeld bij 868 patiënten (430 in de sotrovimab-groep en 438 in de placebogroep). Bijwerkingen werden gemeld voor 17% van de patiënten in de sotrovimab-groep en voor 19% van degenen in de placebogroep. Ernstige bijwerkingen kwamen minder vaak voor bij sotrovimab dan bij placebo (bij respectievelijk 2% en 6% van de patiënten).